Download Print deze pagina

TEMPOLEC RD XS M1 Gebruiksaanwijzing pagina 5

Advertenties

DE CO-MODULE VERVANGEN
Om de 5 jaar en maximaal twee keer moet de interne sensormodule van de detector
worden vervangen door een nieuwe, vooraf gekalibreerde module.
De vervanging moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens
de volgende instructies.
1. Gebruik de
ACM C01
vervangingssensormodule.
2. Verwijder de voeding van de sensor.
3. Verwijder de kap van de detector zoals aangegeven in het installatieschema.
4. Zoek de detectormodule die u wilt vervangen.
5. Verwijder de oude sensormodule.
Om hem te verwijderen, pak je met één hand de sensor vast (A) en met de
andere de plastic afstandhouder (B) en trek je hem tegelijkertijd naar je toe.
B
6. Plaats de nieuwe sensormodule in de juiste connector en zorg ervoor dat de
connector op de module uitgelijnd is met die op de sensor.
7. Plaats de dop in de daarvoor bestemde sleuf en draai de bijbehorende schroef
vast.
8. Schakel de detector in en controleer de werking.
9. Vul het waarschuwingsetiket op de detector in of breng het nieuwe etiket dat
bij de vervangingsdetectormodule wordt geleverd aan en vul het in.
       L et op : de datum komt overeen met 5 jaar vanaf de ingebruikname van de 
nieuwe detectiemodule.
Route de Biesme 49
B-6530 THUIN
TEL 071 59 00 39
info@tempolec.be
www.tempolec.com
A
VERVANGING VAN DE METHAANMODULE (CH4)
Om de 5 jaar en maximaal twee keer moet de interne sensormodule van de detector
worden vervangen door een nieuwe, vooraf gekalibreerde module.
De vervanging moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens
de volgende instructies.
1. Gebruik de juiste
ACM M01
vervangende sensormodule.
2. Verwijder de voeding van de sensor.
3. Verwijder de kap van de detector zoals aangegeven in het installatieschema.
4. Zoek de detectormodule die u wilt vervangen.
5. Verwijder de oude sensormodule. Pak de module vast met twee vingers aan
de randen van de sensorkaart (zoals aangegeven door de pijlen) en trek hem
horizontaal naar je toe.
6. Steek de nieuwe sensormodule in de juiste connector en zorg ervoor dat de
connector op de module overeenkomt met die op de sensor.
7. Plaats de dop in de daarvoor bestemde sleuf en draai de bijbehorende schroef
vast.
8. Zet de detector aan en druk tijdens de stabilisatiefase ongeveer 10 seconden
op de knop
: de groene, gele en rode leds lichten op en knipperen langzaam
gedurende 2 seconden. Door deze handeling wordt de resterende levensduur
van de detectiemodule op nul gezet.
9. Controleer of de detector goed werkt.
10. Vul het waarschuwingslabel op de detector in of breng het nieuwe label aan
dat bij de vervangingsdetectormodule wordt geleverd en vul het in.
       L et op : de datum komt overeen met 5 jaar vanaf de ingebruikname van de 
nieuwe detectiemodule.
Technische wijzigingen voorbehouden | 05-12-2023

Advertenties

loading