AANLEGGEN VAN KOELMIDDEL-
LEIDINGWERK
3) Controleer altijd of er geen lekken zijn als het werk klaar is.
4) Zorg ervoor dat u de leidingverbinding isoleert, nadat u deze
op gaslekkages hebt gecontroleerd.
• Isoleer met gebruik van de isolatie voor bevestiging die is meegeleverd bij de vloeistof- en gasleidingen. Controleer
bovendien of de isolatie voor de bevestiging op het vloeistof- en gasleidingwerk opstaande naden heeft.
(Haal beide randen met de klem aan.)
• Wikkel voor het gasleidingwerk de afsluitplaat voor de vloeistof om de bevestigingsisolatie (onderdeel afgeronde moer).
Isolatieprocedure gasleiding
Isolatie voor fitting
Isolatiemateriaal
(toebehoren)
leidingwerk (hoofdunit)
Flensmoerverbinding
Bevestig aan de
ondergrond
Draai naden omhoog
Hoofdunit
Klem
Isolatiemateriaal leidingwerk
(toebehoren)
(niet meegeleverd)
Voorzichtig
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde leidingen helemaal tot aan de leidingkoppeling binnenin het apparaat. Wanneer iemand een
niet-geïsoleerde leiding aanraakt, kan deze een brandwond oplopen, of kan daardoor condens worden gevormd op de leiding.
Voorzichtig bij het hanteren van leidingen
• Zorg ervoor dat er geen stof en vochtigheid in de buis via het open
uiteinde kunnen binnendringen.
(Haal beide randen met de klem aan.)
• Alle bochten in de leidingen dienen zo soepel mogelijk gemaakt te
worden. Gebruik een buisbuiger om bochten te maken.
(De straal van een bocht dient 30 tot 40 mm te bedragen, of groter.)
Selectie van koperen en warmte-isolatiematerialen
Controleer het volgende bij het gebruik van in de handel verkrijgbare koperen buizen en koppelstukken:
• Isolatiemateriaal: polyethyleen schuim
Warmteoverdrachtsnelheid: 0,041 tot 0,052 W/mK (0,035 tot 0,045 kcal/mh°C)
De wand van de buis van het koelgas bereikt een temperatuur van max. 110°C.
Kies warmte-isolatiematerialen die deze temperatuur kunnen weerstaan.
• Zorg ervoor dat zowel de gasleiding als de vloeistofleiding geïsoleerd worden en dat aan de volgende afmetingen voor de
isolatie voldaan wordt.
Gaszijde
Klasse 25/35
Buitendiam.
9,5 mm
Ook geldt dat, wanneer er sprake is van een hoge vochtigheid, de
warmte-isolatie van het koelmiddelleidingwerk (unitleidingwerk en zijn
aftakkingen) verder moet worden verstevigd.
Verstevig de isolatie bij het installeren van de unit in de buurt van
badkamers, keukens en andere, vergelijkbare locaties.
Raadpleeg het volgende:
• 30°C, meer dan 75% RH: 20 mm min. dikte
Als de isolatie onvoldoende is, kan er condensatie ontstaan op het
oppervlak van de isolatie.
• Gebruik afzonderlijke warmte-isolatiebuizen voor de koelvloeistof- en koelgasleidingen.
8
Meet de lengte van de gasleiding,
aangezien u deze zal moeten
afdichten met de tape.
Kleine afsluitplaat
(toebehoren)
Hoofdunit
Wikkel de
afdichttape rond
de gasleiding.
Vloeistofzijde
Klasse 50/60
Buitendiam.
Buitendiam.
12,7 mm
6,4 mm
Dikte 0,8 mm
Breng hier
antivriesmachineolie aan
Isolatieprocedure vloeistofleiding
Isolatiemateriaal
leidingwerk
(hoofdunit)
Bevestig aan de ondergrond
Vloeistofleiding
Gasleiding
Hoofdunit
Klem (toebehoren)
Regen
Warmte-isolatie gasbuis
Klasse 25/35
Binnendiam.
12-15 mm
Dikte 10 mm min.
Isolatie gasleiding
Moersleutel
Verbinding van de leidingen
Isolatie voor fitting
(toebehoren)
Flensmoerverbinding
Draai naden omhoog
Isolatiemateriaal leidingwerk
(niet meegeleverd)
Vergeet geen
dop te plaatsen.
Als er geen flensdop
beschikbaar is, dek
de trompopening dan
af om vuil of water
buiten te houden.
Warmte-isolatie
vloeistofbuis
Klasse 50/60
Binnendiam.
Binnendiam.
14-16 mm
8-10 mm
Bedrading tussen de units
Gasleiding
Vloeistofleiding
Isolatie vloeistofleiding
Afwerkingstape
Afvoerslang
Nederlands
Momentsleutel
Voor verbrede
uiteinden
bedoelde
moer
Muur