1.3 Camera I/O Interfaces
De camera heeft de volgende I/O-interfaces: Mini USB-con-
nector, SD-kaartgleuf en externe DC-voedingsconnector.
Op de kop van de camera zit een vergrendeling voor be-
scherming tegen diefstal.
1.4 Externe componenten
d
b
c
/
1. Lichtsensor voor de infrarood verlichtingsfunctie
Deze sensor bepaalt de belichtingswaarden voor de op-
name. Om de optimale beelden te garanderen, moet deze
sensor dus niet worden afgedekt.
2. Rode LED-stroomindicator
Deze LED knippert ongeveer 10 seconden als de camera
is ingeschakeld. Wanneer het knipperen stopt, heeft de
wildcamera zijn standby-tijd voltooid en zal hij nu foto's of
video's maken volgens de instellingen van de camera.
3. Infraroodverlichting
De infrarooddioden, gerangschikt in rijen, maken het mo-
gelijk om 's nachts foto's en video's te maken (zwart-wit
F
beelden). Als de camera 's nachts wordt gebruikt, moet
deze dus zodanig worden geplaatst dat deze niet wordt
vertroebeld door takken of iets dergelijks bij het opstellen
van de camera. Bij het opstellen van de camera moet erop
worden gelet dat er geen voorwerpen te dicht bij de camera
worden geplaatst, omdat de reflectie, die op korte afstand
E
door de infraroodverlichting wordt opgewekt, overbelich-
ting kan veroorzaken.
H
In de regel zal het wild de infraroodverlichting niet opmer-
ken. De plekken die rond de camera worden verlicht zijn
g
ook onzichtbaar voor het blote oog.
SHOT
PLAY
OK
EN
5