Download Print deze pagina

Conrad 11 02 63 Gebruiksaanwijzing pagina 7

Advertenties

Beveiliging tegen diepontlading
Accu's moeten beveiligd worden tegen te diep ontladen, omdat anders deze beschadigd
worden. De laadregelaar beschermt de accu tegen te diep ontladen, hij schakelt de verbrui-
kers uit, wanneer de ontlaadeindspanning onderschreden wordt. Zodra de accu bijgeladen
is en de drempel voor het terugschakelen van de belasting bereikt wordt, zullen de verbrui-
kers automatisch weer ingeschakeld worden.
Displays:
De laadregelaar is voorzien van een groene LED en een meerkleurige LED, waarvan de
kleuren van rood via groen in tien verschillende kleurstappen kunnen veranderen. De
groene LED licht op, zodra door de zonnemodule energie opgewekt wordt. Wanneer de
regelaar de laadstroom begrenst, knippert deze LED. De meerkleurige-LED geeft de span-
ning weer via de kleuren. Een dreigende belastingsuitschakeling wordt door snel knipperen
van deze LED aangeduid. Zodra de belasting uitgeschakeld is knippert deze LED lang-
zaam.
Let er op, dat alle aangesloten verbruikers tezamen niet meer stroom mogen uithalen dan
de maximaal toegestane belastingsstroom.
Aanwijzingen voor het installeren
De laadregelaar moet in de buurt bij de accu geplaatst worden en beschermd worden tegen
weersinvloeden. Bovendien moet er op gelet worden dat de accu in een goed geventileerde
ruimte geplaatst wordt. Voor de werking van de regelaar is het schoorsteeneffect belangrijk,
d.w.z. bij de montage moeten de klemmen naar beneden wijzen.
Om gebruik te maken van de veiligheidsfuncties van de laadregelaar moet deze verbonden
worden met de zonnemodule, de accu en de verbruikers.
Alle componenten van het systeem, dus zonnemodule, loodaccu, verbruiker en laadrege-
laar moeten voor wat betreft de spanning op elkaar afgestemd zijn. Controleer dit voor de
installatie! Let er op, dat uw laadregelaar op de juiste nominale spanning ingesteld is.
Vraag, als u twijfelt, advies aan een vakman.
A.u.b. voor de installatie onderstaande volgorde aanhouden:
1.
Verbindt de accu via de hiervoor bedoelde schroefklemmen met de laadregelaar. Om
het spanningsverval klein en de daarmee samenhangende kabelopwarming laag te
houden, wordt een zo groot mogelijke kabeldoorsnede aanbevolen (zie Technische
gegevens). Als u de bedrading uitvoert met kortsluitingbestendige kabel kan het afze-
keren van de accukabel achterwege blijven. Anders moet een zekering direct op de
pluspool van de accu aangebracht worden om te voorkomen dat er kortsluiting in de
kabel naar de regelaar kan ontstaan. Beide componenten moeten in dezelfde ruimte
op geringe afstand van elkaar geïnstalleerd worden, omdat de sensor voor het meten
van de temperatuur in de laadregelaar geïntegreerd is.
2.
Verbind de zonnemodule met de respectieve schroefklemmen op de laadregelaar.
3.
Verbind tenslotte de verbruiker met de laadregelaar.
7

Advertenties

loading