Inhoudsopgave
Advertenties
Informatie over het apparaat
De transportventilator TTV 1000 S / TTV 2500 S is ontworpen
voor een zeer grote luchtstroom.
Het hoge luchtdebiet en talrijke configuratiemogelijkheden,
maken een variabele toepassing mogelijk, van het regelen van de
luchtvochtigheid tot het transport van verse lucht of afvoerlucht
over grote afstanden.
Het apparaat beschikt over slangaansluitingen aan beide zijden,
daardoor kan bijv. op de luchtinlaat een luchttransportslang en
aan de luchtuitlaat een stofzak worden aangesloten.
U kunt bij dit apparaat als het niet wordt gebruikt de kabel om de
slangaansluiting wikkelen. De ventilator kan worden gebruikt in
combinatie met andere apparaten. Ze kunnen ook op elkaar
gestapeld worden opgeslagen.
Overzicht van het apparaat
2
6
5
Nr.
Aanduiding
1
Transportgreep
2
Aansluiting voor luchtslang (optioneel)
3
Luchtuitlaat
4
Aan-/uit-schakelaar
5
Netaansluitkabel met randaardestekker / CEE 7/7
6
Luchtinlaat
Opslag
Opslag
Houd bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met de
volgende opslagcondities:
• in een droge omgeving.
• op een plaats die beschermd is tegen stof en direct zonlicht.
• evt. met een kunststofhoes tegen indringen van stof
beschermen.
NL
1
2
7
4
Bedieningshandleiding – transportventilator TTV 1000 S / TTV 2500 S
In gebruik nemen
1. Verwijder het apparaat uit de doos en verwijder de
kunststofverpakking.
2. Koppel het apparaat op basis van het gewenste
toepassingsgebied met andere apparaten of accessoires.
– Sluit de slangen of stofzakken altijd aan met een spanband.
3. Plaats het apparaat rechtop en stabiel.
4. De elektrische kabel afwikkelen en de stekker in een goed
afgezekerd stopcontact steken.
– De ventilator is nu klaar voor gebruik.
Bediening
Apparaat inschakelen
• Schakel het apparaat in met de aan-/uit-schakelaar (4).
Buiten gebruik stellen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Reinig het apparaat volgens hoofdstuk Onderhoud.
4. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk Opslag.
Defecten en storingen
3
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
De ventilator draait niet:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de stroomvoorziening.
• Controleer of de kabel of de netstekker defect zijn.
De ventilator draait slechts kort en schakelt automatisch uit:
• Controleer of het beschermrooster verstopt is en reinig het
evt.
• Het motorlager of de kabelaansluitingen zijn defect. Neem in
dit geval contact op met uw dealer.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Breng het apparaat voor reparatie naar een gespecialiseerd
bedrijf of naar Trotec.
E - 3
Advertenties
Inhoudsopgave
