4
Zorg ervoor dat u het muzieksysteem
installeert, opstelt en aansluit volgens
de instructies in deze handleiding.
Aanbevolen wordt om bij het
installeren van uw muzieksysteem de
volgende procedure te volgen:
1 Sluit de kabel tussen de
mastereenheid en de
aansluiteenheid aan
2 Sluit alle kabels aan op hun
ingangen aan de achterzijde van
de aansluiteenheid – maar sluit de
eenheid nog niet aan op de
netstroom
3 Leid de kabels door de opening
aan weerszijden van de
aansluiteenheid
4 Plaats de afdekplaat over
de aansluitingen op de
aansluiteenheid
5 Steek de netstekkers van de
apparaten in het stopcontact
Raadpleeg de volgende pagina's als u
de aansluiteenheid op een muurbeugel
wilt bevestigen.
Uw muzieksysteem opstellen
De mastereenheid en de aansluiteenheid opstellen ...
– Plaats uw muzieksysteem op een stevige
ondergrond, bij voorkeur op een tafel,
dressoir of stand waar u het permanent
wilt neerzetten. Gebruik uitsluitend door
Bang & Olufsen goedgekeurde stands en
muurbeugels!
– Zet geen voorwerpen boven op de
BeoCenter 2.
– Het muzieksysteem is bestemd voor
gebruik binnenshuis in een droge
woonomgeving en bij temperaturen
tussen 10 en 40°C.
– Plaats het systeem niet in de volle zon en
uit de buurt van radiatoren en andere
warmtebronnen.
– Sluit de onderdelen van het systeem pas
aan op de netstroom nadat u alle kabels
hebt aangesloten (zie pagina 6).
– Het muzieksysteem kan alleen volledig
worden uitgeschakeld door het systeem
van de netstroom te halen. Sluit daarom
het muzieksysteem aan op een gemakkelijk
toegankelijke wandcontactdoos.
– Als u de aansluiteenheid laag bij de
vloer plaatst, kunt u het best eerst alle
benodigde kabels aansluiten voor u de
aansluiteenheid op de muurbeugel
bevestigt. Controleer ook of er genoeg
ruimte is om de aansluiteenheid weer van
de muurbeugel te verwijderen.
– Controleer voor u de muurbeugel bevestigt
eerst of alle kabels de goede lengte hebben.
– De aansluiteenheid kan horizontaal en
verticaal worden geplaatst, bijvoorbeeld
op de vloer. Er moet echter wel voldoende
ventilatie zijn. Indien nodig kan de
aansluiteenheid aan de muur worden
bevestigd met de bijgeleverde muurbeugel
(zie pagina 8).
Vergeet niet om aan alle kanten voldoende ruimte
over te laten om de deuren te openen.
Laat voor een goede ventilatie ten minste 5
centimeter ruimte aan de zijkanten en 10 centimeter
aan de bovenkant van de aansluiteenheid vrij. De
aansluiteenheid mag nooit worden bedekt met
bijvoorbeeld isolatiemateriaal.