De sensor en de omgeving
Voor de sensor dienen de volgende voorschriften in acht genomen te worden.
- De sensor is het gevoeligste en zwakste deel van de MACVIEW®-Solvent. U dient hier voor-
zichtig mee om te gaan. Indien u de MACVIEW®-Solvent niet gebuikt dient u de bijgeleverde
beschermdop op de sensor van de MACVIEW®-Solvent te plaatsen.
- Indien u met een sensor in een vuile omgeving werkt dient de sensor na vervuiling (door bijvoor-
beeld verstoven lak) vervangen te worden. Dit kan u met regelmaat controleren door te bepalen
of de sensor stofvrij en/of schoon is. Als de sensor vervuildt is wordt een goede werking niet
gegarandeerd.
- Na het aanzetten van de MACVIEW®-Solvent heeft de sensor een bepaalde opwarmingstijd
nodig. Deze tijd wordt bepaald door de MACVIEW®-Solvent. Dit zal meestal ongeveer 2
minuten duren. Tijdens deze 2 minuten verschijnt er op het display een tekst met de medede-
ling dat de MACVIEW®-Solvent aan het initialiseren is. Na deze 2 minuten springt het scherm
op de standaard weergave waarbij de concentratie in ppm (parts per million) wordt weergege-
ven.
- De meetnauwkeurigheid van de MACVIEW®-Solvent wordt het beste gegarandeerd als de
sensor (Dus ook de MACVIEW®-Solvent) continu aanstaat.
De volgende situaties moeten voorkomen worden:
Blootstelling aan siliconen dampen.
- Als siliconen-dampen worden geabsorbeerd op het oppervlak van de sensor zal de sensor zijn
gevoeligheid blijvend verliezen. Vermijd contact met siliconen oplosmiddelen zoals haarlakken,
of waar siliconen/rubber in zit verwerkt.
Hoog-corrosieve omgeving.
- Blootstelling aan hoog geconcentreerde corrosieve materialen zoals H2S, SOx, Cl2, HCl etc.
voor langere perioden. Door deze stoffen kunnen de draden in de sensor breken.
Kontakt met alkaline-metalen.
- De sensor vertoont drift wanneer deze in aanraking komt met alkaline metalen, bijvoorbeeld
zout water. Dit zal ook gebeuren wanneer de sensor in aanraking komt met niet organische
elementen.
Kontakt met water.
- De sensor zal drift vertonen indien de sensor wordt ondergedompeld of besprengt met water.
Dit dient voorkomen te worden.
Bevriezing.
- Als water bevriest op de oppervlakte van de sensor dan ontstaat blijvende schade aan de
sensor. Het inwendige sensormateriaal breekt.
De volgende situaties moeten zoveel mogelijk voorkomen worden:
Condensatie van water.
- Lichte condensatie van water binnenshuis is geen enkel probleem voor de eigenschappen en
de werking van de sensor. Alleen als het water gedurende een lange tijd condenseert zal de
sensor gaan driften.
5