4.
Selecteer een actie zoals 'Snijden' of 'Schetsen' in de keuzelijst 'Actie'.
5.
Specificeer het te gebruiken gereedschap in de keuzelijst 'Gereedschap'.
6.
Als u de snijcondities handmatig instelt, kunt u zelf de lemmetdiepte, snelheid, kracht en passages instellen.
Begin met een langzame waarde voor de snelheid en een lage waarde voor de kracht. Als het resultaat niet goed is,
verhoog dan geleidelijk deze instellingen.
Lemmetdiepte: Tijdens het snijden steekt het lemmet automatisch uit met de opgegeven hoeveelheid
(alleen Auto Blade).
Kies een instelling zodat het lemmet iets verder uitsteekt dan het te snijden medium.
Snelheid:
Hiermee kunt u de snijsnelheid instellen.
Verlaag de snelheid bij het snijden van fijne of complexe ontwerpen of dikke media.
Kracht:
Stel deze functie in overeenkomstig de dikte van het te snijden medium.
Passages:
Geef hier het aantal keren op dat het ontwerp moet worden gesneden.
Verhoog het aantal passages bij het snijden van dikke of harde media.
Lemmetdiepte als richtlijn
Supplement
Auto Blade-schaal
•
•
Kracht instellen
Snelheid (snijsnelheid) instellen
Lemmetdiepte instellen
Passages instellen
Lemmetdiepteschaal
1
Dunne materialen, dun papier/dunne folies en gladde strijkprints
2 tot 3
Middeldik papier zoals Kent-papier, dikke folie, flockfolie
4 tot 6
Dik papier zoals materialen voor scrapbooking
7 tot 10
Dik papier zoals karton
Controleer de Auto Blade-schaal voor de werkelijke
lemmetdiepte.
Controleer de lemmetdiepteschaal vanaf de voorkant.
Aangezien het afleesoppervlak gebogen is, lukt het mogelijk
niet om de waarde correct af te lezen als u vanuit een hoek
kijkt.
Hoofdstuk 3 Snijden met behulp van ontwerpgegevens
Materiaalsoorten
47
Auto Blade
Schaal