9.
Verbinding met een netwerk
De mediaspeler kan via een draadgebonden alsook een draadloze netwerkverbinding met
een locale netwerk (LAN) verbonden worden. Via deze netwerkverbinding heeft u toegang
tot de mediabestanden op uw computer of op het internet. Voor de BitTorrent functie heeft u
een breedband- internetverbinding nodig.
a) Een LAN-netwerk aansluiten (draadgebonden)
• Verbindt de mediaspeler via een ethernetkabel met een router of netwerk- switch.
De mediaspeler herkent het netwerk automatisch zodra een actieve verbinding
bestaat.
• Kies met de navigatietoetsen (7) in het
hoofdmenu „Setup"
„LAN setup"
„DHCP".
In de DHCP-modus (Dynamic Host Configuration Protocol) richt de mediaspeler
automatisch een netwerkverbinding in. Zodra een netwerkverbinding opgebouwd
is, verschijnt op het display „DHCP aanwezig".
Als de netwerkverbinding niet automatisch ingericht kan worden, kunt u deze ook handmatig
maken, handel hiertoe als volgt:
• Kies met de navigatietoetsen (7) in het
hoofdmenu „Setup"
„Statische IP".
• Voer in het volgende venster de gegevens in (IP-adres,
standaard-gateway, DNS-server-IP-adres). De waarden voor
het subnetmasker zijn standaard voor het netwerk ingesteld,
verander deze niet.
.
De waarden voor de netwerkinstellingen haalt u uit de configuratie van uw router.
„Netwerk"
„Netwerk"
„LAN setup"
13