Toevalseffecten
Elke Chromoflex –module kan individuele toevalseffecten laten aflopen. Opdat deze effecten
werkelijk toevallig zijn, moet eventueel afhankelijk van de productie –charge een toevallig
serienummer in de module geschreven worden (anders lopen de "toevallige" effecten op alle
modules tegelijkertijd). Het genereren van een toevallig serienummer wordt in de handleiding
bij de PC -software "Chromoflex -editor" beschreven.
Technische specificaties
Voedingsspanning: 7 – 24 Volt (+5%), gestabiliseerd. Belangrijk: De stroomvoorziening moet
over overeenkomstige puls –belastbaarheid beschikken. Ongestabiliseerde of te zwakke
netvoedingen kunnen geflikker oproepen bij kleurovergangen.
Eigen stroomverbruik (zonder lampen): ca. 10 – 20 mA.
Omgevingstemperatuur: 0 ° C - max. +50 ° C (aanbevolen: <= 30 ° C). (Gebruik alleen in
droge binnenruimtes met voldoende luchtcirculatie voor de warmte –afvoer).
Modulatiesysteem: de Chromoflex –modules gebruiken de Vector –Fractaal –modulatie
("VFM") voor het produceren van de lichtmenging. De VFM is een digitaal modulatieprocédé,
dat o.a. stroomvoorzieningen duidelijk minder belast dan traditionele systemen. De
modulatiefrequentie ligt in het bereik van ca. 120 – max. 240 Hz. Voor patent voorgedragen.
Maximaal toelaatbare kabelinductiviteit berekenbaar volgens de formule L_max. =
40 µ H/max. uitgangsstroom. Aanwijzing: gebruikelijke installatiekabels bezitten meestal een
inductiviteit van ca. 0.4 – 0.8 µ H/m.
Model "I350":
Gepulste constante stroom ca. 350 mA (+5%, -20%) per kanaal (3 kanalen).
Model "Stripe"
Gepulste constante spanning, maximaal toelaatbare stroom: 2.5 ampère per kanaal (3
kanalen) bij 12 Volt, 1.25 ampère per kanaal bij 24 Volt.
Contact/Internet
Download van de software, databladen, technische vragen (technische vragen alleen
als e-mail):
www.Chromoflex.com,
www.barthelme.de
14