5.7.2
Gevel- en dakuitmonding combidoorvoer horizontaal
Toestelcategorie: C13
VOORZICHTIG
Leidingen voor de verbinding van de luchttoevoer en de
verbrandingsgasafvoer tussen het toestel en de dubbel-
pijpsdoorvoer, moeten een diameter hebben van ø 80 mm.
Combidoorvoer-horizontaal.
Voor gevel- of dakuitmonding horizontaal.
Combidoorvoer-horizontaal.
Voor verlenging van een balkon-/galerij uitmonding.
Toegestane leidinglengten
Tweepijps
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding: samen 85 m, exclusief de lengte
van de combidoorvoer.
Concentrisch
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding exclusief de lengte van de combi-
doorvoer.
bij concentrische pijp 80/125 mm bedraagt 29 meter
bij concentrische pijp 60/100 mm bedraagt 11 meter
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.7 Montage algemeen
Montage combidoorvoer-horizontaal geveluitmonding
1.
Maak op de plaats van uitmonding een sparing van ø 130 mm.
2.
Kort de combidoorvoer in op de juiste lengte volgens de aangegeven
maten.
3.
Monteer het uitblaasrooster en bevestig dit aan de binnenpijp.
4.
Schuif de combidoorvoer in de sparing en breng de rozetten aan om de
sparing af te dekken.
5.
Monteer de combidoorvoer op afschot naar het toestel.
Brink Climate Systems BV
23