1BHoofdstuk 2: Installatie
4. Sluit de kabels aan op de camera. Zie Aansluitingen op pagina 6.
5. Stel de juiste streamingparameters in voor het netwerk van de camera,
zodat de camera via het netwerk kan worden bediend. Zie "Hoofdstuk 3
Netwerk- en streamingconfiguratie" op pagina 11.
6. Programmeer de camera voor de juiste locatie. Zie "Hoofdstuk 4
Configuratie van de camera" op pagina 25.
De camera monteren
Maak tijdens het installeren van de camera gebruik van de optionele
montagebeugel. Deze wordt afzonderlijk verkocht.
Ga als volgt te werk om de camera monteren:
1. Gebruik de montagebeugel als sjabloon, plaats deze waterpas tegen het
montageoppervlak en markeer de positie van de bevestigingsgaten.
2. Boor en prepareer volgens alle plaatselijke voorschriften de
bevestigingsgaten.
3. Maak de bevestiging stevig vast aan het montageoppervlak met het juiste
bevestigingsmateriaal.
4. Dicht indien nodig alle bevestigingsgaten goed af zodat er geen vocht in het
montageoppervlak kan doordringen.
5. Schroef de camera op de montagebeugel. Controleer of de camera stevig
vastzit aan de beugel.
6. Sluit een 75 ohm coaxiale videokabel aan op de videokabel van de camera
en sluit een 12 V gelijkstroomvoeding aan op de voedingskabel.
7. Pas de camerapositie en de beeldhoek aan naar wens.
8
TruVision IP Cam open standaard Gebruikershandleiding