Advertenties
A. MASTER VOLUME: Past de algehele luidheid aan. Er wordt geen geluid geproduceerd
als de stand volledig tegen de wijzers van de klok in staat.
B. SIGNAALNIVEAUMETERS: Geeft het uitgangssignaalniveau van de linker/rechter
eindversterker aan. Als de meters rood oplichten, verlaag dan het MASTER VOLUME
(A) om vervorming te voorkomen en overbelasting/uitschakeling van de versterker te
voorkomen (zie item V, POWER/PROTECT LED, om het apparaat te resetten na het
uitschakelen van de beveiligingsmodus).
C. TONE: Past het algemene klankkarakter aan, met een "vlakke" respons in de
middenpositie. Draai met de klok mee om hoge frequenties te versterken en lage
frequenties te verminderen; tegen de klok in om de hoogtepunten te verminderen en de
dieptepunten te versterken.
D. REVERB SELECT: Druk hierop om een van de twee reverbtypes te selecteren.
"Reverb 1" produceert een donkere hal tot heldere plaatgalm, afhankelijk van de REVERB
TONE (E)-instelling, met korte tot lange diffusie, afhankelijk van de REVERB
TIME (E)-instelling. "Reverb 2" produceert middeldonkere tot heldere hall-galm,
afhankelijk van de REVERB TONE (E)-instelling, met korte tot lange diffusie, afhankelijk
van de REVERB TIME (E)-instelling.
E. REVERB TIME/TONE: TIME past de lengte van de galm aan; TONE past het klankkarakter
van de galm aan.
F. SIGNAL/CLIP-LED: brandt groen wanneer signaal aanwezig is;
geel wanneer het signaalniveau -10 dB verwijderd is van clipping. Brandt rood tijdens het
knippen (zie stap 9 onder SYSTEEMINSTELLING).
G. KANAALVOLUME: Past de luidheid van individuele kanalen aan.
H. TREBLE/BASS: Past de hoge en lage tonen van individuele kanalen aan, met een "platte"
respons in de middenpositie.
I. REVERB: Past het galmeffect van individuele kanalen aan.
J. MIC/LINE SWITCH: Alleen voor kanalen 1 t/m 4; als signaal
het bronniveau te hoog is (zie stap 9 onder SYSTEEMINSTELLING), drukt u in om de
ingangsgevoeligheid met 24 dB te verminderen.
K. FANTOOMVOEDING: Druk hierop om 48V fantoomvoeding te leveren aan de kanalen
1 tot en met 4. OPMERKING: Wees voorzichtig bij het gebruik van lintmicrofoons,
aangezien niet alle microfoons compatibel zijn met fantoomvoeding.
L. MONO KANAALINGANG: Alleen voor kanalen 1 t/m 4; XLR- en 1/4"-ingang voor
microfoons, instrumenten en andere mono-lijnniveaubronnen.
M. LINE/INSTRUMENT SWITCH: Alleen voor kanalen 5 en 6,
schakelaar activeert hoogohmige ("Hi-Z") voorversterker voor passieve instrumenten
zoals elektrische gitaren en bassen. Voor invoer op lijnniveau of als clipping (vervorming)
optreedt, schakelt u de schakelaar uit.
N. PAIR BLUETOOTH: alleen voor kanaal 9/10; druk hierop voor Bluetooth-koppeling met
externe apparaten. Wanneer de knop blauw knippert, selecteert u
"PASPOORTVENUE" in het Bluetooth-menu van het externe apparaat.
De knop stopt met knipperen en blijft continu blauw branden wanneer de verbinding
succesvol is. Houd de knop ingedrukt om de verbinding te verbreken
Bluetooth. Voor de beste geluidskwaliteit stelt u de volumeregeling op een extern apparaat
(bijvoorbeeld een smartphone) in op 75-100 procent van het maximale niveau.
O. ALLEEN 1/4"-MONO KANAALINGANG: Alleen voor kanalen 5 en 6; 1/4" ingang voor
instrumenten en andere bronnen op lijnniveau.
P. 1/4" LEFT (MONO)/RIGHT INPUT: Alleen voor kanalen 7/8 en 9/10; ingangen voor
stereo-audiobronnen op lijnniveau die voor elk kanaal aparte 1/4"-aansluitingen
vereisen. Het gebruik van de stereo L/MONO-aansluiting functioneert op zichzelf als
monokanaal; mono-uitvoer zal via beide luidsprekers te horen zijn.
Q. 1/8" STEREO INPUT: Alleen voor kanalen 7/8 en 9/10; ingang voor mobiele apparaten,
computers en andere stereo-audiobronnen op lijnniveau met 1/8"-aansluiting.
VOORPANEEL
R. HOOFDTELEFOONUITGANG: Sluit een hoofdtelefoon aan en neem op
apparatuur hier. Individuele kanaalregelaars beïnvloeden deze uitvoer; MASTER VOLUME
(A) niet.
S. NIVEAUCONTROLE: Past de signaalniveaus van de HOOFDTELEFOON-UITGANG (R) en
MONO-UITGANG (T) aan.
T. MONO-UITGANG: Voor aansluiting op een gevoede monitor. Signaalniveau is pre-MASTER
VOLUME (A); kan worden aangepast met NIVEAUCONTROLE (S).
U. SUB-UITGANG: Voor aansluiting op een actieve subwoofer. Set
subwoofer crossover-frequentieregeling tot 120 Hz. Gebruik de volume- of niveauregelaar van
de subwoofer om het basniveau naar wens in te stellen. Het gebruik van een externe
subwoofer verwijdert automatisch signalen onder 120 Hz van de Passport-hoofdversterker
en luidsprekers.
V. POWER/PROTECT-LEDS: POWER-LED brandt groen wanneer
systeem is ingeschakeld. Passport beschikt over interne beschermingsmaatregelen die
de audio-uitvoer uitschakelen in geval van elektrische of thermische problemen; De
PROTECT-LED gaat rood branden als dit gebeurt.
Passport zal zichzelf automatisch resetten als dergelijke problemen zijn opgelost.
Als Passport niet automatisch wordt gereset, controleer dan de zekering in de
netsnoeraansluiting op het achterpaneel (Y). Als de PROTECT-LED blijft branden nadat
het apparaat voldoende afkoeltijd heeft gehad en andere stopcontacten zijn geprobeerd,
neem dan contact op met een erkend Fender Service Center.
3
Advertenties
