Hoofdstuk 2 Gebruik van basisfuncties
Tip
Nadat u zich hebt aangemeld bij uw SMART Account, moet u zich aan het eind van de sessie
afmelden om uw account veilig te houden. Voor extra veiligheid kunnen beheerders de instelling
Automatisch uitloggen bij inactiviteit inschakelen binnen Instellingen > Beveiliging om het scherm
automatisch te laten uitloggen uit de SMART-account van een gebruiker na een periode van
inactiviteit.
Instellen van een SMART ID-kaart
1. Meld u aan bij uw SMART-account op uw display (zie Aanmelden bij uw SMART-account).
2. Tik op uw profielavatar om het meldingscentrum te openen.
3. Tik onder in het meldingenpaneel op ID-kaart instellen.
De SMART ID-kaart instelpagina verschijnt.
4. Tik op ID-kaart toevoegen.
5. Typ een PIN-code (die ook symbolen kan bevatten voor extra beveiliging) en tik op Volgende.
De PIN-code die u invoert, wordt gebruikt wanneer u zich met uw SMART ID-kaart aanmeldt bij
uw SMART-account. Dit is bedoeld om te voorkomen dat uw SMART ID-kaart door een
onbevoegde gebruiker wordt gebruikt.
6. Typ de pincode die u hebt gekozen opnieuw in en tik op Volgende.
7. Houd uw SMART ID-kaart 1 of 2 seconden op het scherm in het scangebied.
8. Wanneer hierom wordt gevraagd, houdt u uw SMART ID-kaart 1-6 seconden opnieuw in het
scangebied.
Uw SMART ID kaart is nu ingesteld en u kunt deze gebruiken om in te loggen op uw SMART
Account op elk NFC 6000S display dat is aangesloten op een netwerk.
smarttech.com/nl/kb/171415
37