10
Geluiden
Tijdens het bedrijf kunnen er verschillende geluiden ontstaan. Hoewel het toestel geluids-
geoptimaliseerd is, kunnen bepaalde geluiden niet helemaal worden voorkomen. De ge-
luiden zijn afhankelijk van de grootte van het toestel, de inbouwsituatie, de koelbehoefte
(bijv. snel koelen), de temperatuur op de plaats van opstelling en de omgeving van de
installatie. Direct na het inschakelen van de compressor zijn de bedrijfsgeluiden het bes-
te hoorbaar, zij worden echter in de loop van de bedrijfsduur zachter.
Ongebruikelijke geluiden ontstaan meestal door een ongeschikte inbouw. Het toestel
moet horizontaal en stabiel zijn ingebouwd. In open keukens of bij in scheidingswanden
ingebouwde apparatuur worden de normale bedrijfsgeluiden intensiever waargenomen.
Dit is geen storing, maar iets dat door de constructie/architectuur wordt bepaald.
11
Storingen verhelpen
In dit hoofdstuk worden storingen behandeld die met behulp van de beschreven stappen
eenvoudig zelf kunnen worden verholpen. Indien de storing niet kan worden verholpen,
dient u contact op te nemen met de klantenservice. Alvorens contact op te nemen met
de klantenservice:
▸ SN-nummer noteren (op het typeplaatje
▸ Notitie over het ontstaan van de storing.
Displaymelding / storing
Displayweergave: stroomuitval
Displayweergave: toesteldeur open
Displayweergave: waterfilter vervangen
)
Oplossing / maatregelen
▪ Het toestel wordt na de stroomuitval auto-
matisch ingeschakeld en geeft de warmste
geregistreerde temperatuur weer.
▸ De toets
indrukken om de akoestische
alarmmelding te bevestigen.
▸ Ingevroren levensmiddelen controleren en
bij ernstig kwaliteitsverlies indien nodig af-
voeren.
▪ De toesteldeur is langer dan drie minuten
geopend.
▸ Toesteldeur sluiten.
▪ De melding verschijnt zodra het filter een
resterende capaciteit van 20 % heeft.
▸ Het filter zo spoedig mogelijk vervangen.
Aanvullende informatie: Reiniging en onder-
houd van de icemaker (zie pagina 28).
10 Geluiden
29