Opmerking: als de batterij niet goed in de lader past, koppel ze dan los en
controleer op de specificatiefiche of dit het juiste model batterijpack is voor
deze lader. Laad geen ander batterijpack of een batterijpack dat niet stevig
in de lader past.
1.
Controleer de lader en het batterijpack geregeld tijdens het opladen.
2.
Koppel de lader los van het stopcontact en van het batterijpack wanneer de batterij
opgeladen is.
3.
Laat het batterijpack volledig afkoelen vóór u het gebruikt.
4.
Berg de lader en het batterijpack binnen op, buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING: als de batterij heet is na langdurig gebruik op het apparaat,
laat ze dan tot kamertemperatuur afkoelen vóór u ze oplaadt. Dit zal de
levensduur van uw batterijen verlengen.
8.2
Uitnemen/inbrengen van de batterij (Fig. 5)
WAARSCHUWING: Controleer vóór u het apparaat afstelt of het
uitgeschakeld is of verwijder het batterijpack.
▪
Houd het gereedschap met één hand vast en het batterijpack (4) met de andere.
▪
Om te installeren: duw en schuif het batterijpack in de batterijhouder tot de ontgrendelpal
aan de achterzijde van de batterij vastklikt en controleer of de batterij stevig vastzit vóór u
begint te werken.
▪
Om te verwijderen: duw op de ontgrendelpal van de het batterij en trek terzelfder tijd het
batterijpack uit zijn houder.
8.3
Indicator batterijcapaciteit (Fig. 4)
Er zijn capaciteitsindicatoren op het batterijpack. U kunt de capaciteit van de batterij
controleren wanneer u de knop (7) indrukt. Druk vóór het gebruik van het apparaat de
trekkerschakelaar even in om te controleren of de batterij voldoende opgeladen is voor het
werk.
Deze 3 leds geven de capaciteit van de batterij aan:
3 leds branden: batterij volledig opgeladen.
2 leds branden: batterij 60% opgeladen.
1 led brandt: batterij bijna ontladen..
9 MONTAGE
WAARSCHUWING: Schakel het apparaat uit en verwijder de batterij vóór u
het instelt of reinigt!
WAARSCHUWING: draag altijd de schouderriem wanneer u met de machine
werkt.
9.1
Blazer (Fig. 2)
Schuif de pijp uit en stop ze zo diep als mogelijk in de luchtuitlaat van de motor.
9.2
Zuiger (Fig. 3)
▪
Verbind de twee aanzuigpijpen (A en B) met elkaar (Fig. 3a).
Copyright © 2019 VARO
POWDPG7527
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com