Het moederbord terugplaatsen
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen in
"Voordat u begint" op pagina 7. Nadat u werkzaamheden aan de binnenkant van
de computer hebt verricht, moet u de instructies volgen die worden beschreven
in "Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer"
op pagina 10. Raadpleeg voor meer informatie over aanbevolen procedures op
het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet- en regelgeving
op dell.com/regulatory_compliance.
N.B.: Het serviceplaatje van uw computer bevindt zich op het moederbord.
U moet het serviceplaatje invoeren in de systeeminstellingen als u het moederbord
hebt teruggeplaatst.
Procedure
1
Plaats het moederbord voorzichtig in het chassis en schuif het moederbord naar de
achterzijde van de computer.
2
Plaats de schroeven terug waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
3
Plaats de kabels die u van het moederbord hebt losgekoppeld en sluit deze aan.
Vereisten achteraf
1
Plaats de geheugenmodules terug. Zie "De geheugenmodule(s) terugplaatsen" op
pagina 19.
2
Plaats de processor terug. "De processor terugplaatsen" op pagina 48.
3
Plaats de processorventilator en warmteafleider terug. Zie "De processorventilator
en warmteafleider terugplaatsen" op pagina 45.
4
Plaats de grafische kaart terug. Zie "De grafische kaart opnieuw installeren" op
pagina 23.
5
Plaats de knoopbatterij terug. Zie "De knoopbatterij terugplaatsen" op pagina 51.
6
Plaats de draadloze minikaart terug. Zie "De draadloze minikaart terugplaatsen" op
pagina 26.
7
De computerkap terugplaatsen. Zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 14.
De servicetag invoeren in het BIOS
1
Zet de computer aan.
2
Druk op <F2> als u het DELL-logo ziet om naar System Setup te gaan.
3
Ga naar het hoofdtabblad en voer het serviceplaatje in het veld Service Tag Input
(Invoer van het serviceplaatje).
54
|
Het moederbord terugplaatsen