Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Denver MT-713 Handleiding pagina 3

Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheidsinformatie
Dit is een veiligheidsfunctie. Zie de gebruiksaanwijzing voor het vervangen
of opnieuw plaatsen van de veiligheidsstekker. Als de stekker vervangen
moet worden, dient u erop te letten dat de onderhoudstechnicus een
vervangende stekker heeft gebruikt die is gespecificeerd door de fabrikant
en dezelfde overspanningsbeveiliging heeft als de oorspronkelijke stekker.
15.Aarding buitenantenne – als een buitenantenne of kabelsysteem op het
apparaat is aangesloten, moet de antenne of het kabelsysteem zijn
geaard om enige bescherming te bieden tegen spanningspieken en de
opbouw van elektrostatische ladingen. Artikel 810 van de National
Electrical Code, ANSI/NFPA70, geeft informatie over de juiste aarding van
de antennemast en steunconstructie, het aarden van de
stroomtoevoerdraad via een antenne-ontladingseenheid, de dikte van de
aardleidingen, opstelling van de antenne-ontladingseenheid, de
aansluitingen van de aardelektroden en de vereisten voor de
aardelektroden.
16.Blikseminslag – om het apparaat extra te beschermen tijdens een
onweersbui of wanneer het gedurende langere tijd niet wordt gebruikt,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen en de antenne of het
kabelsysteem af te koppelen. Dit voorkomt schade aan het apparaat door
blikseminslag en spanningspieken.
17.Hoogspanningskabels – plaats een buitenantennesysteem niet onder
hoogspanningskabels of andere elektrische licht- of stroomcircuits, of op
locaties waar het systeem bloot kan komen te staan aan dergelijke
spanningskabels of -circuits. Zorg er bij het installeren van een
buitenantennesysteem voor dat u dergelijke spanningskabels of -circuits
niet aanraakt, aangezien dit fatale gevolgen kan hebben.
18.Overbelasting – zorg ervoor dat wandcontactdozen, verlengsnoeren of
ingebouwde, ongeaarde stopcontacten niet overbelast raken, aangezien
dit brand of elektrische schokken kan veroorzaken.
19.Voorwerpen en vloeistoffen – duw nooit voorwerpen via de openingen
in het apparaat naar binnen, aangezien hierdoor gevaarlijke
spanningspunten geraakt kunnen worden of kortsluiting kan ontstaan, wat
brand of elektrische schokken kan veroorzaken. Zorg dat er geen vloeistof
op het apparaat kan worden gemorst.
5
Safety Information
20.Reparatie – probeer zelf geen reparaties aan het apparaat uit te voeren,
aangezien u door het openen of verwijderen van de behuizing bloot kunt
worden gesteld aan gevaarlijke spanningen en andere gevaren. Laat
reparaties alleen uitvoeren door bevoegd onderhoudspersoneel.
21.Schade waarvoor reparatie nodig is – in de volgende gevallen dient u
de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen en het apparaat
voor reparatie weg te brengen naar bevoegd onderhoudspersoneel:
a. Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
b. Er is vloeistof gemorst of er zijn voorwerpen in het apparaat
terechtgekomen.
c. Het product werd blootgesteld aan regen of water.
d. Het apparaat werkt niet normaal volgens de bedieningsinstructies. Wijzig
bedieningselementen alleen als dit is aangegeven in de
bedieningsinstructies. Onjuiste aanpassingen kunnen schade veroorzaken
en vereisen vaak uitgebreide werkzaamheden van een bevoegd technicus
om het apparaat weer normaal te laten werken.
e. Het apparaat is gevallen of beschadigd geraakt, of
f. Het product werkt niet op de gebruikelijke wijze – dit geeft aan dat
? ?
?
? ?
reparatie noodzakelijk is
?
? ?
? ?
?
? ?
?
? ?
?
? ?
?
? ? ?
?
? ? ? ?
?
? ?
?
? ?
?
22.Vervangende onderdelen – let er bij een noodzakelijke vervanging van
onderdelen op dat de onderhoudstechnicus vervangende onderdelen gebruikt
die zijn voorgeschreven door de fabrikant of dezelfde eigenschappen hebben
als het originele onderdeel. Niet goedgekeurde vervangingen kunnen leiden
tot brand, elektrische schokken of andere gevaren.
23.Veiligheidstest – vraag de onderhoudstechnicus of hij na het plegen van
onderhoud of reparaties aan het apparaat een veiligheidstest wil uitvoeren
om te controleren of het apparaat juist functioneert.
24.Wand- of plafondbevestiging – het product mag alleen aan een wand of
plafond worden bevestigd volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
25. Hitte – plaats het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen zoals
radiatoren, warmeluchtroosters, kachels of andere apparaten (inclusief
versterkers) die warmte afgeven.
26. Oplaadbare accu – de oplaadspanning moet minimaal 12 V zijn.
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave