Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back
upverwarming) in de installatie gegarandeerd is in alle
omstandigheden in elke zone afzonderlijk.
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer
informatie.
Minimum vereist debiet tijdens ontdooien/backupverwarming
04+08 modellen
16 model
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
tijdens inbedrijfstelling" op pagina 20.
3.3
De elektrische bedrading
voorbereiden
3.3.1
Overzicht van de elektrische verbindingen
voor de uitwendige en inwendige
stelmotoren
Onder
Beschrijving
deel
Elektrische voeding van buitenunit en binnenunit
1
Elektrische voeding
voor buitenunit
2
Elektrische voeding en
doorverbindingskabel
naar binnenunit
3
Elektrische voeding
voor back
upverwarming
4
Elektrische voeding
met voorkeur kWh
tarief (spanningsvrij
contact)
5
Elektrische voeding
met normaal kWhtarief
Gebruikersinterface
6
Gebruikersinterface
Optionele apparatuur
11
Elektrische voeding
voor
bodemplaatverwarming
12
Kamerthermostaat
13
Buitenomgevingstempe
ratuursensor
14
Binnenomgevingstemp
eratuursensor
15
Warmtepompconvector 2
Ter plaatse te voorziene onderdelen
16
Afsluiter
17
Elektriciteitsmeter
EHVZ04~16S18CB3V
Daikin Altherma – LagetemperatuurSplit
4P4016721B – 2015.04
in
alle
of
bepaalde
12 l/min
15 l/min
"6.2 Checklist
Draden
Maximum
stroom in
functie
(a)
2+GND of
3+GND
(c)
3
Zie onderstaande
—
tabel.
(d)
2
2
6,3 A
(e)
2
(b)
2
(b)
2 of 4
100 mA
(b)
2
(b)
2
(b)
100 mA
(b)
2
100 mA
(b)
2 (per meter)
Onder
Beschrijving
deel
18
Pomp voor warm
tapwater
19
Alarmoutput
20
Omschakeling naar
externe
warmtebronregeling
21
Bediening
ruimteverwarming
22
Digitale ingangen
energieverbruik
23
Veiligheidsthermostaat 2
(a)
Zie naamplaatje op buitenunit.
(b)
Minimum kabeldoorsnede 0,75 mm².
(c)
Kabeldoorsnede 2,5 mm².
(d)
Kabeldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm², maximumlengte:
50 m. Een spanningsvrij contact zorgt voor de minimale
belasting van 15 V DC gelijkstroom, 10 mA.
(e)
Kabeldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm²; maximumlengte:
500 m. Geschikt om zowel de enkele gebruikersinterface
als de dubbele gebruikersinterface aan te sluiten.
OPMERKING
Meer technische specificaties van de verschillende
aansluitingen staan vermeld op de binnenzijde van de
binnenunit.
OPMERKING
Een veiligheidsthermostaat (normaal gesloten contact)
MOET
worden
geïnstalleerd.
veiligheidsthermostaat
aansluiten" op pagina 12.
Type back
Elektrische
upverwarming
voeding
*3V
1× 230 V
4
Installatie
4.1
De units openen
4.1.1
De binnenunit openen
1 Schroef de schroeven los van de bodem van de unit en
verwijder ze.
2 Druk op de knop onderaan de voorplaat.
WAARSCHUWING: Scherpe randen
Neem de voorplaat vast aan het bovenste gedeelte in
plaats van het onderste. Let op voor uw vingers want het
onderste gedeelte van de voorplaat heeft scherpe randen.
3 Schuif het voorpaneel van de unit naar beneden en neem het
weg.
VOORZICHTIG
Het frontpaneel is zwaar. Wees voorzichtig dat u zich de
vingers NIET knelt wanneer u de unit opent of sluit.
4 Schroef de 4 schroeven los die het bovenpaneel bevestigen en
verwijder ze.
5 Verwijder het bovenpaneel van de unit.
4 Installatie
Draden
Maximum
stroom in
functie
(b)
2
(b)
2
(b)
2
(b)
2
(b)
2 (per
ingangssignaal)
(b)
Zie
"4.5.12
De
(normaal
gesloten
contact)
Vereist aantal geleiders
2+GND
Installatiehandleiding
5