Paneelvergrendeling
Toepassing:
Instellen of de Beheerdersinstellingen met een wachtwoord worden beveiligd en instellen of wijzigen van
het wachtwoord.
Waarden:
Paneelvergrendeling instellen
*1
Wijzig wachtwoord
*1
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer Paneelvergrendeling instellen is ingesteld op Inschakelen.
Functie ingeschakeld
OPMERKING:
functie ingeschakeld wordt alleen weergegeven wanneer Paneelvergrendeling instellen is
ingesteld op Inschakelen.
Toepassing:
Aangeven of elke printerfunctie moet worden ingeschakeld, uitgeschakeld of dat er een wachtwoord nodig is voor het
gebruik ervan.
Waarden:
Afdrukken van USB
*1
Wijzig wachtwoord
*1
Dit item wordt alleen weergegeven wanneer Aan (wachtwoord) of Aan (wachtwoord voor kleur) is ingeschakeld.
Gegevenscodering
OPMERKING:
de functie Gegevenscodering is alleen beschikbaar wanneer de optionele harde schijf is geïnstalleerd.
Toepassing:
Gegevenscodering in- of uitschakelen als de printer wordt gebruikt.
Waarden:
Codering
Coderingssleutel
Harde schijf overschrijven
OPMERKING:
de functie Harde schijf overschrijven is alleen beschikbaar wanneer de optionele harde schijf is geïnstalleerd.
*
Uitschakelen
Schakelt de wachtwoordbeveiliging uit voor
Beheerdersinstellingen
Inschakelen
Schakelt de wachtwoordbeveiliging in voor
Beheerdersinstellingen
0000–9999
Stelt het wachtwoord in dat nodig is om
Beheerdersinstellingen
*
Aan
Schakelt de functie Afdrukken van USB in.
Aan (Wachtwoord) Schakelt de functie Afdrukken van USB in, maar er is een wachtwoord
nodig.
Aan (wachtwoord
Schakelt Afdrukken van USB met kleurafdrukken in, maar er is een
voor kleur)
wachtwoord nodig.
Uit
Schakelt de functie Afdrukken van USB uit.
Wijzigt het wachtwoord dat is ingesteld in het menu Functie
ingeschakeld.
*
Uit
Codering van gegevens wordt uitgeschakeld.
Aan
Codering van gegevens wordt ingeschakeld.
Stelt een sleutel in die nodig is om te kunnen coderen.
.
.
te openen of wijzigt dit.
Begrip van de printermenu's
221