Korte installatiegids ACUIX™ ES PTZ Dome
Waarschuwingen voorafgaande aan de installatie
De installatie moet altijd worden uitgevoerd door bevoegd technisch personeel en moet voldoen aan alle nationale en plaatselijke mechanische en elektrische
richtlijnen.
Zorg ervoor dat het oppervlak waarop het apparaat wordt gemonteerd, en de installatiehardware het gecombineerde gewicht van de scaninstallatie, behuizing,
onderkoepel en zetting kunnen dragen. Montage van het product aan de muur of het plafond moet geschieden volgens de instructies van de fabrikant en volgens
de beste installatiemethode voor de constructie en het materiaal waarop de zetting wordt gemonteerd.
Volg de standaard voorzorgsmaatregelen van de branche voor apparaten die gevoelig zijn voor elektrostatische ontladingen. Zo voorkomt u schade aan het
moederbord.
Voor de installatie moet de voorbereiding van de kabels zijn voltooid. Elke koepel vereist 24 V, 1 A wisselstroom of 12V, 1,5 A gelijkstroom. Vanwege het onderhoud
en de elektrische isolatie moet de voeding zo dicht mogelijk bij de koepel worden geplaatst.
Hoe gebruikt u deze gids
1. Volg de instructies op pagina 2 of 3 voor uw specifieke installatie.
2. Raadpleeg pagina 1 en 4 voor informatie over de schakelaar, stroomvoorziening en bedrading. Deze is voor alle installaties gelijk.
3. De genummerde stappen verwijzen naar de bijvoegsels A tot en met F.
Deze instructies zijn maar een korte handleiding. Voor gedetailleerde informatie over beveiliging en installatie die hier niet vermeld is, en voor
de configuratie van de koepels, raadpleegt u de ACUIX ES Installatie- en configuratiehandleiding. Niet alle modellen of opties worden weerge-
geven en de volgorde van de stappen kan afwijken.
Dipswitches SW2 tot SW5 van scaninstallatie
A
Veelvoorkomende instellingen voor schakelingen SW2 en SW3 (Protocol, Baud en Pariteit)
Beschrijving Baudrate
Protocol
IntelliBus™
38400 baud, geen pariteit
MAXPRO-mode*
9600 baud, even pariteit*
VCL - RS485** 9600 baud, geen pariteit**
VCL UTC
9600 baud, geen pariteit
Diamond
9600 baud, even pariteit
Pelco P
4800 baud, geen pariteit
(standaard voor P-type bediening)
Pelco D
2400 baud, geen pariteit
(standaard voor D-type bediening)
* NTSC-standaardinstellingen: MAXPRO-mode-protocol, 9600 baud, even pariteit.
** PAL-standaardinstellingen: VCL 485-protocol, 9600 baud, geen pariteit.
SW5 aan
andere
zijde
SW4 - Adres
SW2 - Baud/Pariteit
SW4: adres van koepel
Binaire waarde/
adres koepel
SW4/1
SW4/2
AAN
1 (standaard)
UIT
2
AAN
3
UIT
4
AAN
5
Raadpleeg de ACUIX ES Installation and Configuration Guide (ACUIX ES Installatie- en
configuratiehandleiding) voor een meer uitgebreide tabel.
SW2 - Instellingen Baudrate en Pariteit
en Pariteit
1
2
3
UIT
AAN AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
SW5 RS485-beëindiging
ON
SW3 - Protocol
SW4/3
SW4/4
SW4/5
SW4/6
SW4/7
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
4
5
6
7
8
1
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
Instellingen voor NTSC
en PAL zijn gebaseerd
op het cameramodel.
SW5: RS485-beëindiging
U vindt SW5 aan
weerszijde van de
DIP-schakelaar.
SW2: Baudrate en Pariteit
Baudrate
SW2/1
SW2/2
600
UIT
UIT
1200
AAN
UIT
SW4/8
2400
UIT
AAN
UIT
4800
AAN
AAN
UIT
9600
UIT
UIT
(standaard)
UIT
19200
AAN
UIT
UIT
38400
UIT
AAN
UIT
57600
AAN
AAN
115200
UIT
UIT
SW3 – Instelling protocol
2
3
4
5
6
7
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
Bij de meeste installaties
moet u SW3-8 AAN laten.
Anders kunnen
gebruikers vanuit
OSD-menu wijzigingen
aanbrengen.
Schakelaar SW5 RS485 - Beëindigen
UIT (standaard)
Niet beëindigd
AAN
Beëindigd in 120 Ohm
SW2/3
SW2/4
Pariteit
UIT
UIT
Geen (PAL-standaard)
UIT
UIT
Even (NTSC-standaard)
UIT
UIT
Oneven
UIT
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
Close-up DIP-schakelaar
UIT
AAN
8
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
AAN
SW2/5
SW2/6
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
1