5 Afspeelopties
Bediening
In de CD- of USB-modus kunt u het afspelen
op de volgende manieren bedienen.
/
Houd ingedrukt om de track
vooruit of terug te spoelen
tijdens het afspelen en laat los
om het afspelen te hervatten.
-ALB/PRE/
Naar het vorige of volgende
ALB/PRE+
MP3-album gaan.
Hiermee start of onderbreekt u
het afspelen.
Hiermee stopt u het afspelen.
MODE
[REP ONE]: de huidige track
wordt herhaald.
[REP ALBUM] (alleen voor
MP3-nummers): hiermee speelt
u tracks in het huidige album
herhaald af.
[REP ALL]: hiermee worden alle
tracks herhaald.
[SHUFFLE]: tracks in willekeurige
volgorde afspelen.
[OFF]: hervat normaal afspelen.
Tracks programmeren
In de CD- of USB-modus kunt u maximaal
20 tracks programmeren.
1
Druk op
om het afspelen te stoppen.
2
Druk op PROG om de
programmeermodus te activeren.
3
Druk voor MP3-tracks op -ALB/PRE/ALB/
PRE+ om een album te selecteren.
NL
10
4
Druk op
/
selecteren en druk vervolgens op PROG
om uw keuze te bevestigen.
5
Herhaal stap 3 en 4 om meer tracks te
programmeren.
6
Druk op
om de geprogrammeerde
tracks af te spelen.
•
Druk tweemaal op
programma te wissen.
Een voorgeprogrammeerd
geluidseffect selecteren
Met DSC (Digital Sound Control) kunt u
genieten van speciale geluidseffecten.
•
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op
DSC om het volgende te selecteren:
[ROCK] (rock)
•
•
[TECHNO] (techno)
[JAZZ] (jazz)
•
[POP] (pop)
•
[SAMBA] (samba)
•
Basversterking inschakelen
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op DBB
om de dynamische basversterking aan of uit te
zetten.
om het tracknummer te
om het