Hoofdstuk 5
Alle faxen in het overzicht afdrukken
a
Druk op
(Fax).
b
Druk op
(Ontvangen faxen).
c
Druk op Afdr./verw.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle nieuwe faxen wilt
afdrukken, drukt u op Alles
afdrukken (nieuwe faxen).
Als u alle oude faxen wilt afdrukken,
drukt u op Alles afdrukken
(oude faxen).
e
Druk op
.
Alle faxen uit het overzicht
verwijderen
a
Druk op
(Fax).
b
Druk op
(Ontvangen faxen).
c
Druk op Afdr./verw.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u alle nieuwe faxen wilt
verwijderen, drukt u op Alles
verwijderen (nwe fax)
(Alles verwijderen (nieuwe
faxen)).
Als u alle oude faxen wilt
verwijderen, drukt u op Alles
verwijderen (oude fax)
(Alles verwijderen (oude
faxen)).
e
Druk ter bevestiging op Ja.
f
Druk op
.
62
Faxvoorbeeld uitschakelen
5
a
Druk op
b
Druk op Faxvoorbeeld.
c
Druk op Uit.
d
Druk ter bevestiging op Ja.
e
Als er faxen in het geheugen zijn
opgeslagen, voert u een van de
volgende handelingen uit:
Druk op Doorgaan als u de
opgeslagen faxen niet wilt
afdrukken.
De machine vraagt u om het
verwijderen van opgeslagen faxen te
bevestigen.
Druk ter bevestiging op Ja. Uw faxen
worden verwijderd.
Druk op Alle faxen afdrukken
5
vóór het verwijderen (Alle
faxen afdrukken alvorens te
verwijderen) als u alle
opgeslagen faxen wilt afdrukken.
Druk op Annuleren als u
Faxvoorbeeld niet wilt uitschakelen.
f
Druk op
.
.
5