Probleem
Geen zichtbaar markeerresultaat.
De fijne details op stempels worden
te dun gegraveerd.
Het te graveren of te snijden
formaat komt niet overeen met het
formaat in CorelDraw.
Hoeken worden niet gesneden of
gemarkeerd.
Referenties maken niet mogelijk na
inbedrijfstelling.
Geen reactie als het systeem wordt
ingeschakeld.
Er kan niet met de machine worden
gecommuniceerd.
Verbinding met de machine is vaak
onderbroken.
Offset tussen graveertaken en
snijlijnen.
Overige foutmeldingen.
Mogelijke oorzaak
Te laag laservermogen.
•
Te hoge snelheid.
•
Geen focus.
•
Onjuist focusgereedschap.
•
De platen zijn te steil.
•
Rastercorrectie staat aan (ON) in
•
JobControl®.
Er staan verkeerde
•
formaatinstellingen in de
printerdriver.
Er is een verkeerde
•
afbeeldingspositie geselecteerd
op het tabblad lay-out
(afdrukken).
De verkeerde machine is
•
geselecteerd in JobControl®.
Te laag vermogen.
•
Bovenste, voorste of zijdeur is
•
niet gesloten.
Er is een zekering gesprongen.
•
Het stopcontact krijgt geen
•
stroom.
Ongeldige selectie COM-poort.
•
Defecte communicatiekabel.
•
COM: poort wordt door een
•
ander programma gebruikt.
Elektromagnetische emissies.
•
De snelheid is te hoog.
•
Problemen oplossen
Oplossing
Verhoog de instelling van het
•
vermogen.
Verminder de snelheid.
•
Controleer focus.
•
Wijzig het focusgereedschap.
•
Wanneer u autofocus gebruikt,
•
controleer dan de instellingen in
de soware (lens, materiaaldikte,
tabel).
Kies een andere plaat of voer een
•
wijziging door (vlak/gemiddeld/
steil): opties/proces opties/
stempel.
Schakel rastercorrectie in
•
JobControl® uit (instellingen/
geavanceerde opties/tabblad
laser).
Gebruik hetzelfde formaat als in
•
CorelDraw.
Wijzig de instellingen voor de lay-
•
out in: hetzelfde als in document.
Selecteer de juiste machine in
•
JobControl®.
Verhoog de correctie in
•
JobControl® (instellingen/setup
materiaal sjablonen - correctie).
Sluit deuren.
•
Controleer de zekeringen.
•
Controleer het stopcontact.
•
Wijzig selectie.
•
Controleer kabel.
•
Sluit dit programma of wijzig de
•
COM-poort.
Zorg ervoor dat de machine en
•
computer op hetzelfde elektrische
circuit zijn aangesloten; de
originele kabellengten mogen niet
worden overschreden.
Verminder de snelheid.
•
Neem contact op met de
•
technische dienst.
71