3.2.4.2 Alarm
Wanneer een alarm wordt aangesloten, triggert de unit alleen een alarm als de status (open of gesloten)
verandert. Als er een alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd, wordt er een alarmbericht ter kennisgeving
weergegeven op het scherm van de web-client.
Alarminput
Alarminput: Stel de alarminput in op 'AAN' of 'UIT'.
Invoertype: Kies 'NO' voor normaal open of 'NC' voor normaal gesloten. NO (Normaal open): Er wordt een
alarm getriggerd als het externe contact sluit. NC (Normaal gesloten): Er wordt een alarm getriggerd als het
externe contact opengaat.
Alarmoutput
Als de modus is ingesteld op 'Aan', geven externe apparaten zoals sirenes of knipperlichten die aangesloten
zijn aan de alarmoutputconnector, signalen af voor alarmactivering.
Opmerking
Klik op de knop 'Opslaan' om uw instellingen op te slaan. De gebruiker kan ook op 'Resetten
naar standaard' klikken om alle gegevens en opties terug te zetten op de standaards.
F
3-47: I
IGUUR
NSTELLING
F
3-48: I
IGUUR
NSTELLING
46
Illustra Flex 1MP en 3MP Dome voor gebruik binnenshuis
A
LARMINPUT
A
LARMOUTPUT