2.5
S Y S T E E M PA G I N A
Aanpassen van de display
Selecties
Instellingen
openen
aanpassen
Contrast
Achterlicht
wijzigen
interval
selecteren
Batterij-
Paginaknop
interval
selecteren
47
Aanpassen van de display
U kunt diverse instellingen voor de display van uw toestel aanpassen.
1. Duw in de systeempagina de JOYSTICK omhoog of omlaag om DISPLAY te
markeren, en selecteer deze keuze door op de ENTER-knop te drukken
CONTRAST, ACHTERLICHT en BATTERYSAVER verschijnen
2. SELECT is gemarkeerd
. Druk op de ENTER-knop om de instellingen voor
contrast, achterlicht of batterij aan te passen. Het veld Contrast begint te
knipperen.
3. Kies uit de volgende opties. (U hoeft alleen de instellingen te selecteren die u
wilt wijzigen.)
• Markeer en selecteer CONTRAST om het contrast van het scherm te
wijzigen (gemarkeerd veld knippert)
. Verplaats de schuifbalk die
verschijnt door de JOYSTICK omhoog of omlaag te duwen. Druk op de
ENTER-knop om de regeling van het contrast af te sluiten.
• Markeer en selecteer ACHTERLICHT
om de duur dat het achterlicht van
het scherm aanblijft wanneer u het inschakelt of wanneer u de AAN/UIT-
knop indrukt, te wijzigen (gemarkeerd veld knippert). Het menu
ACHTERLICHT verschijnt. Markeer en selecteer 15 SEC, 30 SEC, 1 MIN of
AANBLIJVEN.
WAARSCHUWING: Als u AANBLIJVEN kiest, zal de gebruiksduur van de
batterij aanzienlijk verminderen.
• Markeer en selecteer BATTERYSAVER
om de gebruiksduur van de
batterij te verlengen. Het menu BATT SAVR wordt weergegeven. Markeer
en selecteer UIT of AAN.
4. Markeer en selecteer OPSLAAN om de uitgevoerde wijzigingen op te slaan.
Druk op de PAGINA-knop om deze functie af te sluiten zonder de wijzigingen
op te slaan
.
Gebruik van de data-interface
Uw GPS 500 is ontworpen om data uit te wisselen met landkaartprogramma's
op een computer. Met optionele software en een interface-kabel (zie "Optionele
accessoires" op pagina 63) kunt u:
.
.
• interessepunten over de hele wereld van de computer naar uw toestel
overbrengen voor gebruik in navigatie.
• uw waypoints, tracks en routes downloaden in de computer en uw trips
bekijken met krachtige landkaartsoftware.
U moet de datapoort van het toestel "aan" zetten voordat u de data-interface
kunt gebruiken:
1. Duw in de systeempagina
INTERFACE te markeren en selecteren door de ENTER-knop in te drukken. Het
toestel toont de hoeveelheid geheugen dat momenteel wordt gebruikt om
data op te slaan en de huidige status van de datapoort
2. Markeer en selecteer SELECT. Markeer en selecteer DATAPOORT (veld
knippert)
.
3. Kies uit de volgende opties:
• Markeer en selecteer DATAPOORT–AAN om de datapoort in te schakelen
• Markeer en selecteer DATAPOORT–UIT om de datapoort uit te schakelen
• Markeer en selecteer DATAPOORT–NMEA om de datapoort te activeren
met een directe aansluiting op een computer met GPS-compatibele
software met als gevolg een real-time weergave van uw positie op het
computerscherm
4. Markeer OPSLAAN om de uitgevoerde wijzigingen op te slaan. Druk op de
PAGINA-knop om deze functie af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan
.
NB: Om het batterijvermogen te sparen, dient u ervoor te zorgen dat de
datapoort "uit" staat wanneer u het interface niet gebruikt.
S Y S T E E M PA G I N A
de JOYSTICK omhoog of omlaag om
.
.
.
.
2.5
Data-interface
Systeempagina
Interface-
weergave
Datapoort
Paginaknop
in- en
uitschakelen
48