Kabelvoorbereiding
1 meter
1
Verwarm de kabel voor en recht hem.
Reinig de kabel over 1 meter.
Zaag de kabel recht door op
270 mm boven het uiteinde van
de buitenmantel. Verwijder de
halfgeleidende laag met een
aangepast toestel (het toestel moet
de halfgeleidende laag afgeschuind
wegsnijden) tot op 40 mm van de
buitenmantel. De oppervlakte van de
isolatie moet vrij zin van sporen van
geleidend materiaal. Meet de diameter
over de aderisolatie en controleer of
deze binnen de toegelaten maten valt
opgegeven in tabel 1.
4
270
40
600
325
2
Kabels met draadscherm
Plaats de kabel met voldoende
overlengte tegen de doorvoerisolator.
Zet op 325 mm onder het centrum van
de doorvoerisolator een merkteken op
de buitenmantel.
Snijd de kabel door 600 mm boven
het merkteken en verwijder de
buitenmantel tot tegen het merkteken.
Verwijder het uiteinde van de isolatie
volgens de maat K.
Schroefkabelschoenen: K = diepte van
de huls.
5
K
EPP-1770-BE-FL-8/18 p. 3/7
a
3
Wikkel 1 volledige toer van de grijze
mastic omheen het uiteinde van de
buitenmantel, snijd de resterende
mastic af en druk beide uiteinden van
de aangebrachte mastic tegen elkaar.
Plooi de draden van het scherm over
de buitenmantel (zonder ze te kruisen).
Bevestig de uiteinden tijdelijk met
plakband.
Om het overschuiven van
het veldsturend element te
vergemakkelijken (punt 8) is het
aangeraden het uiteinde van de isolatie
af te schuinen voor secties groter of
gelijk aan 240 mm²
6
> = 240 mm²
afschuining