Veiligheidsmaatregelen voor terugslag
Veiligheidsmaatregelen in verband met terugslag voor
kettingzaaggebruikers: de machine kan terugslaan
wanneer de neus of de punt van de kettinggeleider een
voorwerp raakt of wanneer het hout opsluit en de zaag-
ketting in de zaagsnede wordt ingeklemd.
Contact van de punt kan
soms een bliksemsnelle te-
gengestelde reactie veroor-
zaken, waardoor het
zaagblad naar de gebruiker
terugslaat (dit wordt rotatie-
terugslag genoemd). Door inklemmen van de zaagketting
langs de bovenzijde van het zaagblad, kan het zaagblad
snel naar de gebruiker teruggeduwd worden (dit wordt line-
aire terugslag genoemd).
Door elk van deze reacties
kunt u de controle over de
zaag verliezen en in contact
komen met de bewegende
zaag, hetgeen tot ernstig li-
chamelijk letsel kan leiden.
Als gebruiker van de kettingzaag dient u enkele voorzorgs-
maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat er tijdens het
zaagwerk geen ongeval gebeurt en u geen letsel oploopt.
Als u het fenomeen terugslag begrijpt, kunt u het verras-
singselement verminderen of elimineren. Plotselinge verras-
singen leiden tot ongelukken. U dient zich ervan bewust te
zijn dat rotatie-terugslag is te voorkomen door ervoor te zor-
gen dat de onafgeschermde neus van het zaagblad geen
voorwerpen of de grond kan raken.
Veilig gebruik van uw product
GEVAAR
Houd de kettingzaag tijdens het werken nooit met slechts
één hand vast! Bediening met slechts één hand kan ernstig
letsel bij de gebruiker, helpers of omstanders tot gevolg heb-
ben. Gebruik bij het werken met een kettingzaag voor de
juiste controle altijd twee handen; gebruik daarbij één hand
voor het bedienen van de trekker. Anders kan dit ertoe lei-
den dat de machine "schaatst" of slipt, hetgeen tot lichame-
lijk letsel kan leiden doordat u de controle over de machine
verliest.
Houd een goede grip op de zaag met beide handen, met de
rechterhand op de achterste handgreep en de linkerhand op
de voorste handgreep, wanneer het apparaat werkt. Houd
de zaag stevig vast, waarbij de duimen en de vingers de ket-
tingzaaghandgrepen moeten omvatten. Stevig vastgrijpen
helpt terugslaan te verminderen en helpt bij het onder con-
trole houden van de zaag. Te allen tijde moet de zaag met
twee handen worden bediend.
Controleer dat het gebied waarin u zaagt, vrij van obstakels
is. Laat tijdens het werken met de zaag de neus van het
zaagblad nooit contact maken met een boomstronk, takken,
of enig ander obstakel.
Snijden bij hoge snelheden kan de kans op terugslag ver-
minderen. Maar snijden op halfgas of lage snelheden kan
beter zijn om de kettingzaag in benauwde situaties te con-
troleren en kan ook de kans op terugslag verminderen.
13