2
Algemene beschrijving
6
637113RMA_handleiding_Remabox MIX_F5.indd 6
Warmhoudregeling:
ECO stand:
In de ECO stand wordt de warmtewisselaar niet op temperatuur ge-
houden, als er geen warm water wordt getapt. In deze stand kan de
toestelwachttijd langer zijn, dit is afhankelijk van de lengte van de
aansluitleiding.
COMFORT stand:
In de COMFORT stand wordt de warmtewisselaar continu op de ingestel-
de temperatuur gehouden, als er geen warm water wordt getapt. Deze
stand zorgt voor een zeer comfortabele toestelwachttijd.
DYNAMISCH stand: (af fabriek)
In de DYNAMISCHE stand berekent de afleverset automatisch de optima-
le warmhoudtemperatuur zodat op een energetisch efficiënte wijze aan
de toestelwachttijd wordt voldaan. Indien 24 uur geen warm water wordt
getapt dan wordt de warmhoudtemperatuur automatisch verlaagd tot
10°C.
Thermische desinfectieregeling warmtewisselaar:
De desinfectieregeling wordt geactiveerd indien er 7 dagen geen warm
tapwater is getapt. Tijdens deze fase wordt de warmtewisselaar minimaal
30 minuten aaneengesloten op een temperatuur van minimaal 60°C ge-
houden. De temperatuur wordt gemeten aan de intrede (TT4) en uittrede
(TT3) zijde van de warmtewisselaar zodat de warmtewisselaar over het
volledige oppervlak wordt gedesinfecteerd. Volgens Drinkwaterwet (2009)
en Drinkwaterbesluit (2011).
Verwarmingsregeling:
Bij warmtevraag op de ther mostaat, indien geen tapwater vraag, wordt
de pomp (P1) ge activeerd waardoor de warmte naar de binneninstallatie
wordt getransporteerd. Afhankelijk van de berekende aanvoerwa-
tertemperatuur (TT-1) wordt de 2-wegregelafsluiter (MCV-2) aang-
estuurd. Indien de retourwater temperatuur (TT-2) de gewenste waarde
overschrijdt dan wordt de aanvoerwatertemperatuur (TT-1) gereduceerd.
Voor het optimaal functioneren van de verwarm ingsinstallatie dient de be-
rekende waterhoeveelheid op de afsluiters van de verwarmingslichamen
of verdeler te worden ingesteld. De ruimtetemperatuur kan afhan kelijk
van de situatie op de radia torafsluiters en/of een centraal geregelde
ruimtethermostaat worden ingesteld.
Energiemeting:
In de aanvoer van de warmte-unit is een passtuk (02) opgenomen voor
het plaatsen van een ener giemeter. Deze is geschikt voor een flowdeel van
¾" buiten draad x 110 mm. In de retour is een afgedopt aansluitpunt (03)
opgenomen voor het monteren van de retour temperatuuropne mer. De
aanvoertempe-ratuuro pnemer dient in het flowdeel van de energiemeter
gemonteerd te worden.
Compacte warmtemeter (ultra sone) met "afneembaar"display t.b.v.
montage buiten de unit dient toegepast te worden.
Montage- en gebruikershandleiding RemaBOX - 7747034 - v.01 - 14012020
14-01-20 12:01