(6) [DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)]
(7) [WIRELESS MODE]
INFRASTRUCTURE: Gebruik deze instelling wanneer u de WNM80-module via een toegangspunt aansluit op een netwerk
om een verbinding te maken met een pc (verbinding met verschillende pc's is mogelijk in deze modus).
OPMERKING
Neem contact op met uw netwerkbeheerder voordat u het apparaat gaat aansluiten op een bestaand
toegangspunt in het netwerk.
(8) [CH (Channel)]
(9) [WEP-modus (Wired Equivalent Privacy)]
(10) [Do you want to save the changes?]
Selecteer de optie 'YES' en druk op de toets ENTER om de wijzigingen door te voeren.
Deze instelling wordt gebruikt om te bepalen of het IP-adres van
dit apparaat automatisch door de DHCP-server van het netwerk
wordt toegekend of dat u het IP-adres handmatig toekent. De
fabrieksinstelling is 'OFF', waardoor u het IP-adres handmatig
moet toekennen. Als deze instelling 'ON' is zal DHCP-server
automatisch een IP-adres toekennen aan dit apparaat en zal het
handmatig ingestelde IP-adres genegeerd worden.
Hiermee stelt u de communicatiemodus in die gebruikt zal worden
voor de draadloze communicatie.
De fabrieksinstelling is 802.11 AD-HOC.
AD-HOC of 802.11 AD-HOC: U kunt beide opties gebruiken
wanneer u de WNM80-module op een standalone pc aansluit.
Stel de optie zo in dat deze overeenkomt met de instellingen
op uw pc. Dit is het normale verbindingstype dat gebruikt
wordt voor een-op-een-verbindingen tussen de WMN80
module en een pc. De WNM80-module kan echter maximaal
vier pc's tegelijk herkennen.
Het draadloze netwerkapparaat (IEEE 802.11b) kan communiceren
op de kanalen 1 tot en met 11. De fabrieksinstelling is kanaal 10.
Als u een toegangspunt gebruikt configureert u de kanaalinstelling
zodanig dat deze overeenkomt met het kanaal dat gebruikt wordt
door het toegangspunt. Als u geen toegangspunt gebruikt
configureert u het kanaal zodanig dat dit overeenkomt met het
kanaal dat door de pc wordt gebruikt.
Dit is een vercijferingsmethode die gebruikt wordt voor
draadloze communicatie. De fabrieksinstelling is 'OFF'.
OFF: Geen vercijfering.
40bit: bit: Hiermee wordt een 10 bit- (hexadecimale)
vercijferingssleutel gebruikt.
128bit: Hiermee wordt een 26 bit- (hexadecimale)
vercijferingssleutel gebruikt.
Selecteer de optie 'NO' en druk op de toets ENTER
als u de wijzigingen niet wilt doorvoeren.
33