6
ONDERHOUD
GEVAAR!
Alle onderhoudsverrichtingen of vervangingen van accessoires moeten worden uitgevoerd in
goed verlichte ruimtes en alleen nadat de machine van de voeding werd ontkoppeld door de
batterijconnector uit te trekken.
OPMERKING:
Laat de interventies op het elektrisch systeem en alle onderhoudsverrichtingen en herstellingen (in het
bijzonder deze die niet uitdrukkelijk zijn beschreven in deze handleiding) uitvoeren door
geautoriseerde assistentiecentra of gespecialiseerde technici die deskundig zijn in de sector en
vertrouwd zijn met de toepasselijke veiligheidsnormen.
Aandachtig de instructies van de fabrikant volgen met betrekking tot de onderhoudsintervallen voor de
machine garandeert een betere prestatie en een verhoogde levensduur van de machine.
6.1
TANKS
Ledig de twee tanks zoals beschreven in de desbetreffende paragrafen 5.9 en 5.10.
Verwijder vast vuil door de tanks te vullen en ledigen, totdat alle vuil is verwijderd.
Gebruik hiervoor een spoelleiding of soortgelijken en reinig alleen de binnenkant van de tank.
AANDACHT
Heet water van meer dan 50°, een hogedrukreiniger of te hevige besproeiingen kunnen schade
toebrengen aan de tanks en de machine.
Laat de tankdoppen open (alleen met de machine in stilstand), zodat deze kunnen drogen om zo
de vorming van slechte geuren te voorkomen.
6.2
REINIGINGSOPLOSSING VOOR DE FILTERTANK
1)
Voor de filterreiniging van de reinigingsoplossing,
verwijder dop 1 en het filterelement 2.
2)
Herbevestig na de reiniging het filterelement 2 in zijn
zitting en schroef dop 1 vast.
6.3
AFZUIGSLANG
3)
Verwijder de afzuigslang 1 uit de vloertrekker 2.
4)
Nu is het mogelijk de slang 1 te reinigen en vrij te
maken van obstakels.
5)
Op het einde van de reiniging de slang 1 stevig
aansluiten op het lichaam van de vloertrekker 2.
Herziening: 2.0
Editie: 07/11/2018
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
NL
27 / 34