VAIA s.n.c.
3.3 PROEFDRAAIEN
Gedurende het proefdraaien moet men een aantal controles uitvoeren zoals vermeld in de tabel
PROEFDRAAIEN van Hoofdstuk 6 over onderhoud, inspecties en controles;
Het wordt aangeraden om het voertuig niet tot toegelaten last te laden bij de eerste
ingebruikname, maar wel om bij de eerste handelingen gehalveerde ladingen te hanteren, om
dan na 30 tot 40 ladingen het maximum te bereiken. Dit om de lasconstructie geleidelijk te
kunnen laten uitzetten.
4 WERKING, STOPZETTEN (NORMAAL EN CORRECT GEBRUIK VAN DE MACHINE)
4.1 WERKING
De werking van de machine varieert naargelang het type van de gemonteerde, hydraulische
hefinstallatie:
Hefinstallatie met pomp: de volgende werkzaamheden moeten uitgevoerd worden voor
1.
inwerkingstelling:
Het voertuig aan de tractor koppelen;
De steun vooraan of van de tractor opheffen, of indien dit een losstaande installatie is, de
hendel van de handpomp naar links draaien en deze weer in de
rustpositie plaatsen. Indien de steun achteraan mechanisch is, de hendel in de tegen-
gestelde richting draaien en vervolgens deze weer terugplaatsen;
De elektrische kabels van de visuele signalisatie- en verlichtingsinstallatie en de hydraulische
leidingen met de tractor verbinden. Waarbij men er moet op letten om de respectieve
leidingen, in het geval het om dubbel gebruik gaat, met de juiste verdeler te verbinden en
bij enkel gebruik, geen twee op dezelfde verdeler aan te sluiten; de leidingen van
pneumatische installaties eventueel verbinden, deze kunnen, indien aanwezig, die van het
remsysteem of hefinstallatie zijn;
Controleren of de handrem werkt en deze eventueel ontkoppelen;
De cardanas met de tractor en het voertuig verbinden en de rotatiesnelheid kiezen volgens
het pictogram op het voertuig en volgens de instructies bij de aflevering van het voertuig;
Het voertuig laden met de voorziene materialen volgens het gamma van toepassingen en de
toegelaten last;
Het materiaal vervoeren tot op de bestemming en het voertuig positioneren daar waar het
gelost moet worden: indien de aanhangwagen uitgerust is met een gestuurde as, blokkeer
dit dan met het commando van de verdeler van de tractor alvorens hem in zijn achteruit te
zetten;
De kuip ongeveer zo'n 10 cm opheffen om de terugslagklep voor het openen van de
achterklep vrij te maken;
De achterklep openen als het voertuig uitgerust is met een hydraulische achterklep;
De aftakas van de tractor aankoppelen en de cardanas laten roteren (denk eraan dat het
lossen moet gebeuren op een harde ondergrond, zonder helling die dwars staat op de
rijrichting);
15
www.heuslandbouw.nl