5. MONTAGE
Voordat u met de
montage begint
• Lees alle veiligheidswaarschuwingen
zorgvuldig door voordat u de camera monteert
en de bedrading aansluit.
• Voordat de camera definitief wordt
gemonteerd, gebruikt u kleefband om de
camera op de voorgenomen plaats aan te
brengen en dan controleert u of het beeld op
de monitor correct is alvorens de camera te
bevestigen.
WAARSCHUWING
• Maak de negatieve (–) accukabel van het
voertuig los voordat u begint met het
aansluiten van de bedrading.
Voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van het tweezijdig
kleefband voor de montage
■ Monteer de camera niet op gedeelten van
de ruit of carrosserie die behandeld zijn
met fluorharsen of andere
waterafstotende middelen.
■ Monteer de camera niet binnen het bereik
van de achterruitenwisser of in de buurt
van het mondstuk van de ruitensproeier.
■ Neem de volgende punten in acht om
verzwakking van de kleefkracht van de
montageband te voorkomen:
• Voer de montage bij voorkeur op een
heldere, zonnige dag uit.
• Gedurende de eerste 24 uur na de
montage mag het apparaat niet aan vocht
(water, regen, mist, sneeuw enz.) of aan
sterke stoten of schokken worden
blootgesteld.
• Wanneer de montage bij lage temperatuur
wordt uitgevoerd (lager dan 20°C), moet
een haardroger worden gebruikt om het
oppervlak van de beugel te verwarmen
waar het tweezijdig kleefband wordt
aangebracht.
• Raak het gedeelte van het tweezijdig
kleefband waar de beugel wordt
aangebracht niet aan en verander ook niet
de plaats van het kleefband nadat dit is
aangebracht.
Monteren/aansluiten van
de camera
1. Montagebeugel B bevestigen
Gebruik de bijgeleverde reinigingsvloeistof om
de plaats van het voertuig schoon te maken
waar de beugel wordt aangebracht, verwijder
dan de beschermlaag van het bevestigingsvlak
van beugel B en druk de beugel vervolgens
stevig tegen het voertuig aan.
Opmerkingen:
• Lees zorgvuldig het etiket op de bijgeleverde
reinigingsvloeistof voordat u deze gebruikt.
• Breng geen reinigingsvloeistof op de camera aan,
want dit kan resulteren in verkleuring of andere
beschadigingen.
• Voordat u de beschermlaag van de beugel
verwijdert, plaatst u de beugel op de
voorgenomen plaats van het voertuig en
controleert dan zorgvuldig of de oppervlakken
nauwkeurig en zonder openingen op elkaar
aansluiten.
• Bij gebruik van schroeven voor de montage van
de beugel dienen de rechts-links schroefgaten op
beugel B te worden gebruikt.
Montagebeugel B
Beschermlaag
39
CC-2011E