Het proces
3.
3.1
VOORBEREIDING
De volgende handelingen moeten voltooid zijn voordat de Modul-AIR in bedrijf
gesteld kan worden:
1. De woning is bezocht en de relevante eigenschappen van de woning zijn genoteerd.
2. De Modul-AIR is geïnstalleerd met behulp van de installatiehandleiding.
3.2
VOLGORDE INBEDRIJFSTELLING
Hanteer bij de inbedrijfstelling van de Modul-AIR de onderstaande werkvolgorde. De
handelingen in dit proces worden in de rest van dit document toegelicht.
HYBRIDEBEDRIJF
Modul-AIR Solo & Combi
1. Controleren of de luchtkanalen
schoon en goed ingeregeld zijn.
2. De algemene instellingen instellen.
3. Cv-zijdig & hydraulisch inregelen.
4. De radiatoren en vloerverwarming
instellen.
5. De verbinding met de ketel via de
regeling controleren (OpenTherm of
AAN/UIT).
6. De OT Kamerthermostaat aansluiten
en instellen.
7. De MAXTANK Modul-AIR
tapwaterboiler instellen (Combi).
8. De WTW-D inregelen (indien
aanwezig).
9. Het systeem op een goede werking
controleren (systeemcheck).
10. De Modul-AIR aan de eindgebruiker
opleveren.
6
ELEKTRISCH BEDRIJF
Modul-AIR Flex & All-E
1. Controleren of de luchtkanalen
schoon en goed ingeregeld zijn.
2. De algemene instellingen instellen.
3. De radiatoren en vloerverwarming
instellen.
4. De OT Kamerthermostaat aansluiten
en instellen.
5. De elektrische doorstroomverwarmer
instellen.
6. De MAXTANK Modul-AIR
tapwaterboiler instellen (All-E).
7. De WTW-D inregelen (indien
aanwezig).
8. Het systeem op een goede werking
controleren (systeemcheck).
9. De Modul-AIR aan de eindgebruiker
opleveren.