● Zet de achterzijde van het apparaat vast aan de steunbeugel met behulp
van de meegeleverde bouten, moeren en ringen.
● Sluit het apparaat aan op het elektrische circuit.
Lees het hoofdstuk "ISO-kabelaansluiting".
● Sluit de randapparatuur aan op het apparaat.
Lees het hoofdstuk "Randapparatuur aansluiten".
● Duw het apparaat in de montagebeugel totdat u een klik hoort.
● Druk op de RESET-toets.
● Bevestig het bedieningspaneel. Lees het hoofdstuk
"Afneembaar bedieningspaneel" in het hoofdstuk "Bediening".
3.1
ISO-kabelaansluiting
ISO A-stekker
De contactpunten op uw voertuig kunnen, afhankelijk van de
i
fabrikant, anders zijn toegewezen. Dit is geen defect van het
apparaat, maar wordt veroorzaakt door een afwijkende
pooltoewijzing van de stekker door de fabrikant van uw voertuig.
Koop in dit geval een geschikte adapterkabel bij een
gespecialiseerde dealer voor een aansluiting die overeenstemt met
het apparaat. Raadpleeg een specialist in uw omgeving bij vragen
over de aansluitingen.
A4 GEEL (B+): Aansluiting voor +12V bedrijfsspanning (diameter 2,5 mm²)
op de permanente plus van het voertuig.
A5 BLAUW: Naar systeembesturingsterminal van een externe versterker of
automatische antenne (max. 100 mA / 12 V
A7 ROOD ACC (+): Aansluiting voor +12V triggerspanning. Aansluiten op
het contactslot van het voertuig. Indien de contactpunten A4 en A7
verwisseld zijn, vergeet het apparaat de opgeslagen stations nadat het
contactslot is uitgeschakeld.
B
1
3
5
7
2
4
6
8
5
7
A
4
8
).
DC
ACAD30B
31