IRS-sensor is aangesloten. ® Nadat de droogtijd is ingesteld, kan het drogen worden gestart. De SPRAYTRONIC schakelt naar drogen en alleen de toevoerfan is aan. Als na het drogen de bedrijfsschakelaar nog steeds aan staat, ®...
(digitale ingang 1) aan te worden gezet. Het setpoint display toont nu het spuitsetpoint, de spuituren- ® teller het aantal spuituren en de droogtimer de daarop laatst ingestelde droogtijd. De SPRAYTRONIC schakelt naar de recirculatie stand en de toevoerfan gaat draaien. Dit wordt door de LED's in het display aangegeven.
Ook dient hierbij de RS485 netwerkverbinding te zijn gemaakt tussen de master en de slave. ® Bij het sluiten (deur gaat open) van het deurcontact (digitaal-in 4) zal de SPRAYTRONIC welke als Master is geconfigureerd als Master gaan werken, waarbij de Slave de gehele functionele werking van de Master volgt.
Als de gewenste parameter is bereikt, kan door gelijktijdig op de SETP en de UP of DOWN toetsen in te drukken, de waarde worden aangepast. Als er gedurende 30 seconden geen toets meer wordt aangeraakt of gelijktijdig op de DROOG-UREN ® en BEDRIJFS-UREN toetsen te drukken, springt de SPRAYTRONIC terug naar de normale bedrijfsstatus. Parametertabel.
Met de relais test kunnen de relais-uitgangen afzonderlijk worden gecontroleerd. Om in de relais-test ® mode te komen moet de SPRAYTRONIC spanningsloos worden gemaakt. Houdt de PI toets ingedrukt tijdens het aanbrengen van de voedingsspanning. De regelaar komt nu in de relais-test. Het temperatuur display geeft nu '0' aan ten teken dat geen van de relais actief is.