Het apparaat bedienen
5
6
1. Wanneer u de nodige aansluitingen hebt gemaakt
(p. 6), drukt u het pedaal in om het effect in te
schakelen. (De CHECK-indicator wordt rood.)
* Als de MOMENTARY-modus is geselecteerd, blijft u de
pedaalschakelaar indrukken. (Het effect wordt alleen
ingeschakeld wanneer het pedaal wordt ingedrukt.)
8
4
3
2
2. Selecteer de modus met de MODE-regelaar.
* Als MOMENTARY is geselecteerd, dooft de CHECK-indicator
en wordt het effect uitgeschakeld. Houd het pedaal
ingedrukt wanneer u de volgende instellingen gebruikt in de
MOMENTARY-modus. (Het effect wordt alleen ingeschakeld
wanneer het pedaal wordt ingedrukt.)
3. Stel de flangersnelheid in met de RATE-regelaar.
4. Stel de diepte van de sweep in met de DEPTH-
regelaar.
5. Stel de middenfrequentie waarop het effect wordt
toegepast in met de MANUAL-regelaar.
6. Draai de RES-regelaar om de sterkte van het effect
in te stellen.