2.3
Werkomgeving
• Houd de werkomgeving schoon en opgeruimd.
• Gebruik droge, gefilterde en gesmeerde lucht.
Indien niet beschikbaar, deponeer drie maal
per arbeidsdag 0,1 ml (ongeveer 5 druppels)
anticorrosie-olie in de luchtaansluiting van het
gereedschap.
• Werk in een vorstvrije omgeving.
• De aansluiting op het gereedschap is G¼".
Een aansluitnippel is niet bijgevoegd. Zorg zelf
voor een passende oplossing.
Stel een constante werkdruk in op
5 - 7 bar (maximaal 7 bar).
2.4
Gereedschap
Gebruik het gereedschap nooit
- als het neusstuk/de neusstukhouder (A)
niet aanwezig is;
- als de opvangbeker (B) niet geplaatst is.
• Controleer het gereedschap op beschadigingen
voordat de luchtdruk wordt aangesloten.
• Houdt het gereedschap in optimale toestand.
• Zet de afsluiter (C) uit als het gereedschap
niet gebruikt wordt.
• Zorg ervoor dat de aansluitslang (D) niet onder
druk staat bij ontkoppeling.
• Voer geen wijzigingen uit aan het gereedschap.
• Gereedschap alleen voor gepaste doeleinden
gebruiken.
2.5
Serienummer
Hier bevindt zich het serienummer (A) van het
gereedschap.
2.6
Type identificatie
Hier bevindt zich de type identificatie (B) van het
gereedschap.
6
R
EZM1000 - 2000
A
C D
XXXXX
EZM XXXX
10
15
05
20
0
25
5-7 bar
G¼"
10
15
05
20
0
25
0 bar