Problemen oplossen
De volgende controlelijst kan u helpen bij
het oplossen van problemen die kunnen
optreden met uw apparaat.
Controleer voordat u de onderstaande
controlelijst doorneemt de procedures voor
aansluiting en gebruik.
Zie 'Aansluiting/installatie' (pagina 21) voor
details over het gebruik van de zekering en
het verwijderen van het apparaat uit het
dashboard.
Als het probleem niet is opgelost, gaat u
naar de ondersteuningswebsite op het
achterblad.
Algemeen
Geen of bijna geen geluid.
De positie van de fader-regelaar [FADER]
is niet ingesteld op een systeem met
2 luidsprekers.
Het volume van de unit en/of het
aangesloten apparaat is zeer laag.
– Verhoog het volume van de unit en het
aangesloten apparaat.
Geen pieptoon.
Er is een optionele versterker aangesloten
en u gebruikt de ingebouwde versterker
niet.
Opgeslagen zenders en juiste tijd zijn
gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van de
contactschakelaar wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met
de voedingsaansluiting voor accessoires
van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst
wordt de demonstratiemodus gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen
handeling wordt uitgevoerd en [DEMO-
ON] ingesteld is, wordt de
demonstratiemodus gestart.
– Stel [DEMO-OFF] in (pagina 12).
De weergave verdwijnt uit/verschijnt niet
in het displayvenster.
De connectoren zijn vuil (pagina 16).
18
NL
Het display of de verlichting knippert.
De voeding is niet voldoende.
– Controleer of de autoaccu genoeg
stroom voor het apparaat levert.
(De stroomvereiste is 12 V DC.)
De bedieningsknoppen werken niet.
De schijf wordt niet uitgeworpen.
De aansluiting is niet juist.
– Houd DSPL en EQ langer dan 2 seconden
ingedrukt om het apparaat te resetten.
De inhoud van het geheugen wordt gewist.
De klok automatisch instellen is niet
nauwkeurig.
De klokgegevens in radiogolven zijn niet
nauwkeurig.
– De klok handmatig instellen (pagina 7).
Radio-ontvangst
De radio-ontvangst is slecht.
Er is ruis te horen.
Sluit de antenne stevig aan.
Er kan niet worden afgestemd tussen
65 MHz en 74 MHz in FM3.
[AREA] is ingesteld op [EUROPE].
– Stel [AREA] in op [RUSSIA] (pagina 12).
RDS
RDS-services kunnen niet worden ontvangen
(als [AREA] is ingesteld op [RUSSIA]).
FM3 is geselecteerd.
– Selecteer FM1 of FM2.
RDS-services zijn niet beschikbaar in de
huidige regio.
Het zoeken (SEEK) begint na een paar
seconden luisteren.
De zender is geen TP-zender of heeft een
zwak signaal.
– Schakel TA uit (pagina 9).
Geen verkeersinformatie.
Schakel TA in (pagina 9).
De zender is een TP-zender, maar zendt
toch geen verkeersinformatie uit.
– Stem af op een andere zender.
PTY geeft [- - - - - - - -] weer.
Het huidige station is geen RDS-station of
de radio-ontvangst is slecht.