Installatie
Beschadigingsgevaar door hoge
luchtvochtigheid.
Bij een hoge luchtvochtigheid kan op
de buitenkant van het koelapparaat
condens ontstaan.
Dit condenswater kan corrosie ver-
oorzaken.
Plaats het koelapparaat in een droge
en/of geklimatiseerde ruimte met vol-
doende ventilatie.
Controleer na het plaatsen of de
deur/deuren van het koelapparaat
goed sluit/sluiten en of het koelappa-
raat op de beschreven wijze is inge-
bouwd. De aangegeven ventilatie-
openingen moeten beslist worden
aangehouden.
Side-by-Side combinaties
Pas op voor beschadiging door
condens op de buitenwanden van
het koelapparaat.
Bij een hoge luchtvochtigheid en een
gebrek aan be- en ontluchting kan
condens op de buitenkant van het
koelapparaat neerslaan. Dat kan cor-
rosie veroorzaken.
Plaats in principe nooit een koelap-
paraat direct naast of boven andere
koelapparaten.
Uw koelapparaat kan samen met een
ander koelapparaat naast elkaar worden
ingebouwd, omdat het voorzien is van
geïntegreerde verwarmingen in de zij-
wanden. Beide koelapparaten moeten
hierbij elk in een aparte inbouwkast
worden ingebouwd.
18
Klimaatklasse
Het koelapparaat is gemaakt voor een
bepaalde klimaatklasse (bereik van de
omgevingstemperatuur) waar de kamer-
temperatuur niet boven of onder mag
liggen.
Als de omgevingstemperatuur lager is,
staat de compressor langer stil. Dat kan
hogere temperaturen in het koelappa-
raat veroorzaken en dus tot gevolg-
schade leiden.
De klimaatklasse staat aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van
het koelapparaat.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Als een vriezer met klimaatklasse SN
wordt gebruikt bij lagere omgevings-
temperaturen (tot +5 °C), dan is een
probleemloze werking gegarandeerd.
Omgevingstem-
peratuur
+10 tot +32 °C
+16 tot +32 °C
+16 tot +38 °C
+16 tot +43 °C