Pagina 1
Voedingseenheid Voedingseenheid 160 mA Art. nr. : 20160REG Voedingseenheid 320 mA Art. nr. : 20320REG Voedingseenheid 640 mA Art. nr. : 20640REG Voedingseenheid 1280 mA Art. nr. : 21280REG Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemon...
Pagina 3
Voedingseenheid Afbeelding 2: Voeding 1280 mA – aanzicht (1) Aansluiting netvoeding (2) LED Betrieb, groen Aan: normaal bedrijf Knippert: overbelasting of overspanning Uit: geen netspanning of interne fout (3) LED Überlast, rood Aan: overbelasting of kortsluiting op KNX-buslijn of Uitgang DC 30 V (4) LED Überspannung, geel Aan: overspanning op KNX-buslijn of Uitgang DC 30 V (5) Uitgang DC 30 V...
Voedingseenheid 3 Functie Systeeminformatie Dit apparaat is een product van het KNX-systeem en voldoet aan de KNX-richtlijnen. Voorwaar- de voor een goed begrip is vakkennis opgedaan via KNX-opleidingen. Bedoeld gebruik Voeding van KNX-apparaten met busspanning Voeding van apparaten met gelijkspanning Montage op montagerail conform EN 60715 in onderverdelers Producteigenschappen Uitgang met geïntegreerde smoring voor voeding van KNX-buslijnen...
Voedingseenheid Functie reset en toets reset Bij de reset van een bussegment wordt de uitgangsspanning van de voeding uitgeschakeld. Tegelijkertijd wordt de busleiding kortgesloten, zodat alle aangesloten busapparaten van de busspanning worden vrijgeschakeld. Buslijn gedurende 20 seconden resetten toets Reset (8) tussen 2 ... 4 seconden indrukken. De busleiding wordt gedurende 20 seconden kortgesloten.
Pagina 6
Voedingseenheid Apparaat op netspanning en bus aansluiten Afbeelding 3: Aansluitvoorbeeld – netspanning en buslijn Afbeelding 4: Klembare leidingdoorsnedes Netspanning op de klemmen L en N (1) aansluiten. Randaarde PE op de klem Ʈ aansluiten. KNX-buslijn op uitgang Bus (6) aansluiten. Om de busaansluiting tegen gevaarlijke spanningen in de aansluitsector te beschermen moet de afdekkap worden geplaatst.
Pagina 7
Voedingseenheid i Op de busuitgang geen andere producten aansluiten. De buscommunicatie kan hierdoor worden beïnvloed. i Wanneer op een busdeelnemer de busspanning tot onder DC 21 V afneemt, kan een twee- de voeding, dezelfde leverancier, hetzelfde type, parallel worden geschakeld. De kortsluitstroom van alle parallel geschakelde voedingen mag niet hoger worden dan de maximale busstroom van 3 A.
Voedingseenheid Afbeelding 6: Toepassingsvoorbeeld – KNX-binaire ingang op hoofdlijn voor registreren en cen- traal melden van diagnosemeldingen i Let op de bedrading! Kabels voor het meldcontact zodanig installeren, dat geen lussen ont- staan. Lussen kunnen tijdens bedrijf inkoppelen van stoorspanningen veroorzaken. Bedrijf met noodstroominstallaties De voeding kan in combinatie met centraal gevoede noodstroominstallaties worden gebruikt.