SOUN –
Het apparaat reageert op geluid.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat "SOUN" in het display verschijnt, druk op
ENTER.
2. In het display verschijnt "ON" of "OFF". Druk op de UP of DOWN toets om met "ON"
de sound-active modus te activeren of om met "OFF" de sound-active modus uit te
schakelen.
3. Druk op ENTER ter bevestiging.
SENS –
Met deze functie kan de geluidsgevoeligheid worden ingesteld.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat "SENS" in het display verschijnt, druk op
ENTER.
2. In het display verschijnt een nummer tussen 0-100. Gebruik de UP en DOWN toetsen
om de geluidsgevoeligheid in te stellen, 0 is het minst gevoelig, 100 is het meest
gevoelig.
3. Druk op ENTER ter bevestiging.
DNST –
Indien er geen DMX signaal is gaat het apparaat naar deze, bij het installeren
ingestelde, bedieningsmodus. Het apparaat keert ook naar deze ingestelde
bedieningsmodus bij het inschakelen van de stroomvoorziening.
Indien er geen DMX signaal is gaat het apparaat naar deze, bij het installeren
ingestelde, bedieningsmodus. Het apparaat keert ook naar deze ingestelde
bedieningsmodus bij het inschakelen van de stroomvoorziening.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat "DNST" in het display verschijnt. "MASL",
"BLND" of "LAST" verschijnt eronder in het display.
2. Druk op ENTER en de onderliggende keuzes gaan knipperen. Kies de gewenste
bedieningsmodus waarin het apparaat moet starten bij het wegvallen van het
DMX signaal of bij het inschakelen van de stroom.
LAST – Het apparaat gaat automatisch in show modus als het DMX
•
signaal wegvalt of als de stroomvoorziening wordt aangesloten.
BLND – Het apparaat gaat automatisch in Stand-by modus als het DMX
•
signaal wegvalt of als de stroomvoorziening wordt aangesloten.
MASL – Als het DMX signaal wegvalt gaat het apparaat automatisch naar
•
Master/Slave modus en doorloopt een ingebouwde show.
3. Druk op ENTER om de gewenste instelling te bevestigen.
PAN –
Pan Inversie.
1. Druk zo vaak op de MENU toets totdat "PAN" in het display verschijnt en druk op
ENTER. In het display verschijnt "Yes" of "No".
2. Om de Pan inversie te activeren dient de UP of DOWN toets ingedrukt te worden
totdat "Yes" in het display verschijnt, druk op ENTER. Om de Pan inversie te
deactiveren dient "No" geselecteerd te worden en met ENTER bevestigd te worden.
TILT 1 –
Tilt Inversie bar 1 (boven).
1. Druk zo vaak op de Menu toets totdat "TIL 1" in het display verschijnt en druk op
ENTER. In het display verschijnt "Yes" of "No".
2. Om de Tilt inversie te activeren dient de UP of DOWN toets ingedrukt te worden totdat
"Yes" in het display verschijnt en druk op ENTER. Om de Tilt inversie te deactiveren
dient "No" geselecteerd te worden en met ENTER bevestigd te worden.
TIL 2 –
Tilt Inversie bar 2 (onder).
1. Druk zo vaak op de Menu toets totdat "TIL 2" in het display verschijnt en druk
op ENTER. In het display verschijnt "Yes" of "No".
©American DJ® -
www.americandj.eu
– Crazy Pocket 8 – Gebruikershandleiding pagina 12