GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
5.
Plaats een buislengte op de buizensteun.
6.
Plaats de buis in de buizensteun en op de
onderste rol van het rolgroefgereedschap.
Als u een hijsband gebruikt, kunt u de
band tussen de kogelrollen plaatsen
wanneer de buis zich op de buizensteun
bevindt.
6a. Pas de hoogte aan door middel van de
hoogteverstelmoer. De buis moet bijna
volledig horizontaal liggen wanneer het
buisuiteinde op de onderste rol van het
rolgroefgereedschap wordt gelegd, zoals
bovenaan weergegeven.
6b. Schuif de buizensteun naar rechts of links
om de juiste "aftasthoek" te verkrijgen.
Zie de Gebruiks- en onderhoudshandleiding
voor het geschikte rolgroefgereedschap.
www.victaulic.com
VICTAULIC IS EEN GEDEPONEERD HANDELSMERK VAN VICTAULIC COMPANY.
REV_C
TM-VAPS112-DUT
LAATSTE AANPASSINGEN
AAN DE BUIZENSTEUN
OPGELET
• Verwijder alle hijsmiddelen van de buis
voor u overgaat tot de uitvoering van
de volgende stappen.
Niet-naleving van deze instructie kan leiden
tot schade van de buizensteun.
Voor de laatste aanpassingen van de buizensteun
moet een proefstuk van de buis worden
gerolgroefd. Rolgroef de buis door zich op de
Gebruiks- en onderhoudshandleiding te baseren
voor het geschikte rolgroefgereedschap.
Als de staat van de buis aanvaardbaar is,
kan de V-vormige trog gedraaid worden om
het tegenovergestelde buisuiteinde in positie
te brengen voor het groeven.
Onderzoek het gerolgroefde buisuiteinde op (A)
overdreven flare en/of (B) een geschaafd
oppervlak.
A.
Als er flares wordt aangebracht
op de buis, kunnen aanpassingen aan
de buizensteun hiervan de oorzaak zijn.
Om flares te beperken:
1.
Zorg ervoor dat het rolgroefgereedschap
WATERPAS is (vooral voor- en achteraan)
en GOED IS VASTGEMAAKT aan de vloer.
2.
Zorg ervoor dat de buis WATERPAS ligt
of dat het achterste uiteinde van de buis
(uiteinde dat niet gegroefd wordt) zich iets
meer dan (1/4 hoger dan het belletje van
een waterpas bevindt). Het buisniveau
moet altijd gecontroleerd worden door
het buisuiteinde dat gegroefd moet worden
in positie te houden op de onderste rol
van het rolgroefgereedschap.
3.
Beperk de "aftasthoek" zo sterk mogelijk
tot 0°, terwijl de speling van de buis
behouden blijft.
B.
Als het buisuiteinde een te geschaafd
oppervlak vertoond, liggen "overtracking"
en/of een scheef buisuiteinde gewoonlijk
aan de basis. Om "overtracking"
te beperken:
1) Houd de aftasthoek van de buizensteun
zo dicht als mogelijk grenzend aan 0°,
terwijl u voor de gepaste "tracking" zorgt.
2) De buis nivelleren.
TM-VAPS112-DUT_7