a
•
Hiermee schakelt u het apparaat in of
zet u het in de stand-bymodus.
b Brontoetsen
•
Selecteer een audiobron.
c USB RECORD
•
Hiermee kunt u in de USB A-modus
opnemen naar een USB-apparaat.
d
•
In de Disc-, USB A- en Bluetooth-
modus kunt u hiermee het afspelen
starten of onderbreken.
/
e
•
In de Disc-, USB A- en Bluetooth-
modus gaat u hiermee naar de vorige
of volgende track.
f AUTO DJ
•
Hiermee past u in de USB A-modus
het AUTO DJ-effect automatisch toe.
g
•
Hiermee stopt u het afspelen in de
Disc- of USB A-modus.
•
Hiermee wist u de programma's in de
Disc- of USB A-modus.
•
Hiermee sluit u het opnameproces af.
h ALB/PRESET+/-
•
In de Disc- en USB A-modus: naar het
vorige of volgende album gaan.
•
Hiermee selecteert u in de
tunermodus een voorkeurstation.
i MUTE
•
Hiermee schakelt u het geluid in of uit.
j DBB
•
Hiermee schakelt u de dynamische
basversterking in of uit.
k DSC
•
Hiermee selecteert u een
voorgeprogrammeerd geluidseffect.
l USB B
•
In de USB B-modus kunt u hiermee
het afspelen starten en onderbreken.
m USB B
•
In de USB B-modus kunt u hiermee
het afspelen stoppen.
n VOL +/-
•
Hiermee past u het volume aan.
/
o
•
Hiermee stemt u in de tunermodus af
op een radiozender.
•
In de Disc- en USB A-modus zoekt u
hiermee binnen een track.
p LIGHT
•
Hiermee schakelt u het lichteffect van
de luidspreker in of uit.
q USB DELETE
•
Hiermee kunt u in de USB A-modus
audiobestanden op een USB-
opslagapparaat verwijderen.
r PROG
•
Hiermee kunt u tracks programmeren
in de Disc- en USB A-modus.
•
Hiermee programmeert u
radiozenders in de radiomodus.
s MODE
•
Hiermee selecteert u een modus voor
herhaald of in willekeurige volgorde
afspelen in de Disc- en USB A-modus.
NL
7