systeem gaat werken. Sluit hiervoor eerst de buitenste kleppen en open vervolgens de
middelste bypassklep.
Gevaar voor verontreiniging!
Pas het systeem aan het werkelijke waterverbruik aan om voor voldoende regeneratie te
zorgen. Als het systeem lange tijd niet wordt gebruikt, dient het correct buiten bedrijf
gesteld te worden door een gespecialiseerd bedrijf. Onderbreek nooit een (geforceerde)
regeneratie.
6.
onderhoud / service
Het systeem moet regelmatig door de gebruiker worden gecontroleerd op een goede
werking. Jaarlijks onderhoud voor technisch perfect functioneren door een gespecialiseerd
bedrijf is aanbevolen. Gebreken of storingen moeten onmiddellijk worden verholpen. De
gebruiker moet ervoor zorgen dat er altijd voldoende zout in het systeem zit om ervoor te
zorgen dat het systeem naar behoren functioneert.
7.
Opslag en transport
Het systeem mag alleen in de originele verpakking vervoerd worden.
Opslag mag alleen vorstvrij zijn, niet bij sterke warmtebronnen plaatsen. Let op de
aanwijzingen op de buitenverpakking.
8.
Installatie
Vul de pekelbak nog niet met zout!
De installatie van het systeem moet voldoen aan de geldende normen en voorschriften. Sluit
voor aanvang van de werkzaamheden de hoofdkraan. Open vervolgens een kraan erachter
en laat de waterdruk af.
Na de watermeter is de beste plaats om de waterontharder aan te sluiten. Zet de
waterontharder op de gewenste positie op de grond. Zorg ervoor dat plaats van opstelling
vlak en schoon is. Verbind de aansluitingen van de regelklep (1 "buitendraad) bij voorkeur
met flexibele gepantserde slangen.
Open de rode afsluitkleppen op de regelklep (moet parallel aan elkaar zijn). Controleer of
alle verbindingen dicht zijn.
Er moet een rioolaansluiting zijn in de buurt van de installatieplaats. De aansluiting op de
riolering mag maximaal 120 cm boven het niveau van de waterontharder zijn. De lengte van
de afvoerslang mag max. 6 meter zijn. Sluit de afvalwaterslang (diameter 12 mm) aan op de
afvoeraansluiting (aan de achterkant) van de regelklep. Bevestig de verbinding met een
slangenklem (waterleidingdruk tijdens regeneratie). Sluit de overloopslang aan op de
overloop van de kastbehuizing (aan de achterkant van het zoutreservoir)