Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik- en installatiehandleiding boiler- en opslagvaten
7. Werkzaamheden aan boiler -en opslagvaten
De werkzaamheden, Installatie en inbedrijfstelling evenals onderhoud en reparaties moeten uitdrukkelijk worden uitgevoerd door
geautoriseerde specialisten, vakbekwame personen (erkende installateur / c.v. monteur).
8. Locatie van de Installatie
De Boilers -en opslagvaten moeten vrij toegankelijk zijn en mogen alleen in vorstvrije ruimtes worden geïnstalleerd. Als er vorstgevaar
bestaat, moeten zowel de opslagtank als alle watervoerende appendages en aansluitleidingen worden geleegd. Op de plaats van installatie
moet de nodige ruimte voor onderhoud en reparatie, een horizontale vloer met voldoende draagvermogen voor installatie worden
gegarandeerd. Afstanden tot stookinstallaties zijn te vinden in de documentatie van de fabrikant. Volgens de verordening van brander
installaties moeten bijvoorbeeld ketels voor vaste brandstoffen op een minimale afstand van 1 m worden aangehouden vanwege mogelijke
rondvliegende vonken.
9. Aansluiten
Alle boilers -en opslagvaten mogen alleen worden gebruikt in gesloten installaties. Alle aansluitingen dienen drukvast te worden
uitgevoerd. Niet gebruikte aansluitingen dienen te worden afgesloten. Om warmteverlies te minimaliseren dienen alle leidingen te worden
geïsoleerd. De boiler dient zodanig te worden geïnstalleerd dat deze kan worden geleegd zonder demontage.
Het aansluiten dient te worden uitgevoerd door geautoriseerde specialisten, vakbekwame personen.
BELANGRIJK: Mocht een buiswarmtewisselaar niet worden gebruikt, dient deze te worden afgesloten ter voorkoming van binnendringen
van zuurstof. Condensvorming in combinatie met zuurstof kan namelijk leiden tot schade.
BELANGRIJK: Gevulde buiswarmtewisselaars mogen in geen geval aan twee zijden worden afgesloten aangezien dit kan leiden tot een
overdruksituatie.
BELANGRIJK: Vóór ingebruikname / verwarming van de boiler via de buiswarmtewisselaars of in schroefbaar dompelverwarmingselement
dient de boiler volledig te worden gevuld met drinkwater, anders kan dit leiden tot beschadiging van de boiler/opslagvat en wisselaar.
BELANGRIJK: De bedrijfsdruk van de boiler en opslagvaten bedraagt 6 bar. Installeer altijd de benodigde veiligheidskleppen,
overdrukventielen (6 bar) en keerkleppen (inlaatcombinatie zie bijlage 1.1) Anders kan dit leiden tot schade aan de boiler/opslagtank en
waterleidinginstallatie.
BELANGRIJK: De kwaliteit van het water moet aan de Europese drinkwaterrichtlijn voldoen. Waarbij het chloride gehalte van het water
gedurende korte of langere tijd niet hoger mag zijn of zijn geweest dan 150 mg/liter en de hardheid van het drinkwater niet meer dan 14°
dH mag bedragen. De geadviseerde pH waarde van het drinkwater moet minimaal 6,5 en maximum van 8,5 zijn
10. Gebruik
De rvs boilers en opslagvaten worden gebruikt voor indirecte verwarming, opslag en ter beschikking stellen van „drinkwater" op de
gewenste temperatuur in gesloten systemen. De warmteoverdracht vindt plaats door middel van interne rvs warmtewisselaar(s).
Optioneel kunnen de boilers worden voorzien van inschroefbare, elektrische dompelverwarmingselementen (elektrisch element) van
verschillende fabrikanten en vermogens. Deze moeten voldoen aan de volgende eisen:
-Geschiktheid voor drinkwater
-Dompeldiepte moet zijn afgestemd op de diameter van het vat met een maximale lengte van 2/3 van de doorsnede binnen-tank
-Het elektrisch element (dompelverwarming) dient minimaal te zijn voorzien van CE-keur en te zijn gecertificeerd door Kema, TÜV of VDE
of de aanvullende voorgeschreven voorschriften van het betreffende land.
-De dompelverwarming mag de boiler of opslagvat in geen enkel geval boven de toegestane maximale temperatuur opwarmen.
De aansluiting van een elektrisch dompelverwarmingselement mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en met in
achtneming van de installatiehandleiding van de fabrikant. De geldende normen en voorschriften van het betreffende land moeten worden
nageleefd. Voor de inschroefbare dompelverwarmingselementen gelden de garantievoorwaarden van de betreffende fabrikant.
De koud drinkwater aansluiting van de boiler is gekoppeld aan het drinkwaterleidingnet en moet zijn voorzien van een veiligheidsklep met
overstort (6 bar) en terugslagklep (inlaatcombinatie). De warmwater aansluiting met de warmwater tappunten. Wanneer er bij een
tapkraan warmwater wordt afgenomen, stroomt koud water in de boiler en wordt op de ingestelde temperatuur verwarmd.
De RVS boilers er opslagvaten zijn mogelijk voorzien van een magnesium anode. Roestvast staal (RVS) behoeft voor sanitaire toepassingen
vaak niet beschermt te worden met een opofferingsanode. Omdat RVS boiler- en opslagvaten voor vele toepassingen inzetbaar zijn worden
ze mogelijk vanaf fabriek toch voerzien van een magnesium anode voor gebruik met zuurstofrijk water zoals drinkwaterinstallaties.
Worden de RVS opslagvaten voor ander doeleinde gebruikt (zoals opslag/buffer cv-installatie) adviseren wij om deze anode te verwijderen
om mogelijke vervuiling van het systeem tegen te gaan
De geldende normen en voorschriften moeten worden nageleefd. De koud -en warmwater aansluiting dient conform de Vewin
werkbladen, NEN 1006 en/of DIN 1988 / DIN EN 1717 en DIN 4753, deel 1 te worden aangesloten. Met inachtneming de voorgeschreven
voorschriften van het betreffende land, of aanvullende eisen van het desbetreffende land
4
Advertenties
Inhoudsopgave
