4.2 Meetobject
Het meetobject dient aan de volgende vereisten te voldoen:
•
Het meetobject dient een dikte te hebben tussen 0,3 en 1,25 mm.
•
De afstand tussen het midden van de stempel en de rand van het meetobject dient minimaal
35 mm te zijn.
•
De afstand tussen twee meetpunten dient minimaal 70 mm te bedragen.
•
De laklaag/coating van het meetobject dient volledig uitgehard te zijn. Daarom dient de
coating altijd minimaal 16 uur gedroogd te zijn, tenzij anders aangegeven.
•
Het meetoppervlak dient vlak en niet vervormd te zijn.
•
De coating dient vrij te zijn van scheuren.
Niet-naleving van deze vereisten kan uitwerking hebben op het meetresultaat.
5 Bediening
Voor de ingebruikname van het apparaat dient u altijd eerst de aanwijzingen uit hoofdstuk 4
"Voorbereiding" op te volgen.
5.1 Nullen
Om het apparaat te nullen, gaat u als volgt te werk:
1. Draai de hendel met de klok mee, om de teststempel in een positie te brengen waardoor
deze lager uitkomt dan het nulpunt van de nulstandaard.
2. Houd de Zero-toets ingedrukt, tot de melding "****Zeroing****" verschijnt op het display.
3. Gebruik nu de handgreep om de bevestigingsring los de maken.
4. Plaat de meegeleverde nulstandaard en draai de bevestigingsring vast.
5. Draai de hendel vervolgens langzaam tegen de klok in. De teststempel gaat omhoog.
6. Draai net zo lang, totdat de teststempel de nulstandaard aanraakt. Zodra dit gebeurt licht
het controlelampje op. Op het display verschijnt 0,00 en het nullen is succesvol
doorgevoerd.
LET OP:
De positie van de teststempel wordt op het display weergegeven in verhouding tot dit nulpunt. (Is de
teststempel hoger dan het nulpunt, dan wordt een positieve waarde weergegeven. Ligt deze lager,
dan wordt een negatieve waarde weergegeven.
LET OP:
U kunt de actuele positie van het nulpunt opslaan, door op de SAVE-toets te drukken. Deze positie
wordt de volgende keer na inschakeling weergegeven op het display. Let er wel op, dat u in de
tussentijd de positie van de teststempel niet verandert. Dit leidt ertoe dat dat de opgeslagen positie
toegewezen wordt aan de veranderde positie van de teststempel.
LET OP:
U kunt de SAVE-toets ook benutten om een ander nulpunt in te stellen. Hiertoe dient u het apparaat
te nullen en vervolgens op de SAVE-toets te drukken. Verplaats de teststempel nu met behulp van de
hendel in de gewenste positie en schakel het apparaat uit. Wanneer u het apparaat hierna weer
inschakelt, is de actuele positie als positienulpunt ingesteld. Deze voortgang dient alleen in
uitzonderlijke gevallen doorgevoerd te worden.
GEBRUIKSAANWIJZING Materiaaltester PCE-CPT 20
7