b.
Het toestel wordt in werking gesteld in een binnenruimte in permanente
aanwezigheid van personeel
Een goede ventilatie dient verzekerd te worden:
De verhouding (volume verwarmde lucht in m³) vermogen (kW) dient minstens
30:1 te zijn.
De goede ventilatie dient verzekerd te zijn door permanente openingen (deuren
of vensters permanent open).
Grootte in m² van deze openingen = minstens 0,03 maal het vermogen in kW
van het toestel.
Het gehalte aan zuurstof in de ruimte dient minimaal 17% te zijn.
Om de richting van de stralingswarmte te regelen:
De twee laterale schroeven losmaken, het scherm kantelen naar de gewenste
richting en opnieuw vastzetten.
5.
HET STARTEN VAN HET TOESTEL
Om te starten
→ schakelaar indrukken op ON
Om uit te schakelen
→ Schakelaar indrukken op OFF
Het toestel treedt enkele seconden later in werking, wat volkomen normaal is
wegens de elektronische beveiliging van de functie "voorverwarming".
Eens de voorverwarming voltooid, volgt de voorventilatie voor 30 seconden.
Vervolgens, start de brander.
Indien de vlam, na 4 seconden, niet verschijnt, valt het toestel terug op
"Veiligheid".
In dit geval, dient men de oorzaak van het probleem op te sporen en eens
opgelost, een "Reset" te doen om het toestel opnieuw op te starten .
(Zie verder tabel met "Problemen" en "Oplossingen").
Indien het toestel nog altijd niet start, dient men te checken of het toestel niet
bloot wordt gesteld aan een intense lichtbron (zoals zon, felle lampen, ...). Een
intense verlichting kan het functioneren van de fotocelvlambewaking verstoren.
In voorkomend geval, het toestel afschermen.
Het toestel dient altijd op positie "OFF" te zijn alvorens men de stekker
uittrekt. Men dient eveneens te wachten tot de postventilatie volledig voltooid
is.
6.
HANTEREN EN HERSTELLEN VAN HET TOESTEL
De stekker altijd uittrekken alvorens het toestel te hanteren
of te herstellen
Het toestel een keer per jaar laten keuren door een bevoegde
firma.
FUEL FILTER
Het filterpatroon vervangen indien er water of onzuiverheden binnengedrongen
zijn in de filterbokaal. Het filterpatroon systematisch vervangen na 200 uren
werking van het toestel.
BRANDSTOF
Indien de brandstof vervuild raakt door onzuiverheden of door water, de tank
volledig ledigen, uitkuisen en opnieuw vullen met zuivere brandstof (aangevuld
met antivriesmiddel).
Om meer technische informatie over de brander te verkrijgen, raadpleeg de
handleiding van de brander zelf.
7.
PROBLEMEN & MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Alle elektrische herstellingen dienen uitgevoerd te worden door een
bevoegde elektricien.
De stekker steeds uittrekken alvorens het toestel te hanteren of te
herstellen
4