Ventilatie
Dek de opening voor toevoer van
koude lucht aan de voorkant niet af.
Anders is niet gewaarborgd dat de
warmtewisselaar voldoende wordt
gekoeld.
De gleuf tussen de onderkant van de
droogkast en de vloer mag niet met
sokkellijsten, hoogpolig tapijt etc.
worden verkleind. Anders is er geen
toereikende luchttoevoer gewaar-
borgd.
De lucht die is gebruikt voor het koelen
van de warmtewisselaar wordt uitgebla-
zen en deze warme lucht verwarmt de
ruimte. Zorg daarom voor voldoende
ventilatie in de ruimte, zet bijvoorbeeld
het raam open. De droogtijd wordt an-
ders langer (hoger energieverbruik).
Door de ingebouwde warmtepomp
produceert deze droogkast veel
warmte wanneer hij is ingeschakeld.
Deze warmte moet goed afgevoerd-
kunnen worden.
Anders kan het droogproces meer
tijd in beslag nemen of kan er op lan-
ge termijn schade optreden aan de
droogkast.
Er dient een constante ventilatie te
zijn van de ruimte tijdens het droog-
proces en de opening tussen de on-
derkant van de droogkast en de
vloer.
Voordat u het toestel transporteert
Een kleine hoeveelheid resterend con-
denswater bij de pomp kan na het dro-
gen uitlopen wanneer de droogkast
wordt gekanteld. Aanbeveling: voor het
transport gedurende ca. 1 minuut het
programma Warme lucht starten. Reste-
rend condenswater wordt dan in het
condenswaterreservoir of via de afvoer-
slang afgevoerd.
Installatie
59