5
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen. Als het
onderwerp slecht belicht is,
klapt de flitser mogelijk op
(0 74) en gaat de
AF-hulpverlichting (0 2)
mogelijk branden om te
helpen bij de scherpstelbewerking.
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
z
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
6
Maak de foto.
Druk voorzichtig de
ontspanknop volledig in om
de sluiter te ontspannen en
de foto vast te leggen. Het
toegangslampje van de
geheugenkaart brandt en de
foto wordt enkele seconden
in de monitor weergegeven
(de foto verdwijnt
automatisch van het scherm
wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt). Werp
de geheugenkaart niet uit of
verwijder of ontkoppel de
batterij niet voordat het
lampje uit is en de opname is
voltooid.
24
Scherpstelveld
Toegangslampje geheugenkaart